Helft niet-werkenden met uitkering kan/wil niet werken

Fysiotherapeut manuele therapeut ontvangt patienten in zijn praktijk.
© Hollandse Hoogte / Allard de Witte
In 2016 hadden 1,1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar een sociale uitkering en werkten niet. Hiervan zegt 54 procent niet te kunnen of willen werken. Onder een sociale uitkering wordt hier verstaan WW, bijstand of een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het percentage dat niet wil of kan werken, verschilt sterk per regeling. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers, die op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn gemaakt. Deze cijfers zijn tot stand gekomen door antwoorden op vragen uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) samen te voegen met administratieve gegevens over sociale uitkeringen.

Niet-werkzame uitkeringsontvangers, 15-64 jaar, 2016
 Wil werken (x 1 000)Wil of kan niet werken (x 1 000)
WW 196 19
Bijstand 225 200
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 109 407
Sommige personen ontvangen meer dan één uitkering. Deze tellen hier bij meerdere regelingen mee.

Het percentage niet-werkenden met een uitkering dat aangaf niet te kunnen of willen werken, is met 9 procent het laagst onder mensen met een WW-uitkering. Van de niet-werkende bijstandsontvangers wil of kan 47 procent niet werken, van de niet-werkenden met een arbeidsongeschiktheidsuitkering is dit 79 procent.

Ruim acht op de tien niet-werkende uitkeringsgerechtigden zeggen dat ziekte of arbeidsongeschiktheid de belangrijkste reden is om niet te willen of kunnen werken. Wat hierbij een rol speelt, is dat onder de niet-werkende uitkeringsontvangers veel mensen zijn met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (516 duizend). In deze groep is ziekte of arbeidsongeschiktheid voor 90 procent van de personen de reden om niet te kunnen of willen werken. Maar ook voor 70 procent van de niet-werkende bijstandsontvangers is ziekte of arbeidsongeschiktheid de hoofdreden om niet te willen of kunnen werken. Onder niet-werkende WW'ers is dit 37 procent.

Niet-werkzame uitkeringsontvangers 15-64 jaar, naar belangijkste reden niet willen / kunnen werken, 2016
 Ziekte of arbeidsongeschiktheid (%)Pensioen of hoge leeftijd (%)Andere redenen (%)Zorg voor gezin of huishouden (%)Opleiding of studie (%)
WW36,826,321,110,55,3
Bijstand69,53,512,5104,5
Arbeidsongeschikt-
heidsuitkering
90,42,23,71,52,2

Naast de 1,1 miljoen mensen met een uitkering die niet werkten, waren er 363 duizend mensen mét een uitkering die in 2016 wel werkten. Dit geldt voor 42 procent van de WW’ers, 14 procent van de bijstandsontvangers en 22 procent van de ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die meerdere banen hebben en één baan kwijt zijn geraakt en daarvoor WW ontvangen. Ook kunnen mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn verklaard in deeltijd werken.

Bevolking 15-64 jaar, 2016
 Werkzame beroepsbevolking (x mln)Niet-werkzame bevolking, wil werk (x mln)Niet-werkzame bevolking, wil of kan niet werken (x mln)
Wel uitkering0,3630,5150,614
Geen uitkering7,8600,6151,020


 

Voor arbeidsongeschikten geldt dat mensen die onder de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) vallen medisch gezien in staat worden geacht om voor een deel te werken. Voor de WW geldt een sollicitatieplicht. Voor de bijstand in principe ook, maar de mogelijkheid bestaat hier ontheffing voor te krijgen.