45 procent technisch geschoolden heeft technisch beroep

© Hollandse Hoogte / Maarten Hartman
Van alle 15- tot 65-jarigen in 2016 hadden bijna 1,9 miljoen personen een technische opleiding. Bijna de helft van deze technisch geschoolden had daadwerkelijk een technisch beroep. Dit blijkt uit onderzoek door het CBS in opdracht van het ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het Techniekpact naar de arbeidsdeelname van technisch geschoolden. Hierbij is gebruik gemaakt van de 12-uursdefinitie van de beroepsbevolking.

In 2016 waren bijna 1,9 miljoen personen van 15 tot 65 jaar technisch geschoold. Van hen werkten er ruim 1,5 miljoen twaalf uur of meer per week, waarvan 844 duizend in een technisch beroep en 668 duizend hadden een niet-technisch beroep. Het overige deel van de technisch geschoolden was werkloos (82 duizend) of behoorde tot de niet-beroepsbevolking (276 duizend).

Niet iedereen met een technisch beroep heeft ook een technische opleiding gevolgd. Vorig jaar werkten 575 duizend mensen zonder technische opleiding in een technisch beroep. Daarnaast kon van 68 duizend mensen in een technisch beroep niet de opleiding worden vastgesteld. In totaal waren bijna 1,5 miljoen mensen werkzaam in een technisch beroep. Twee derde van de vrouwen met een technisch beroep was niet technisch geschoold, en een derde van de mannen.

Technisch geschoolden in technisch beroep

Helft technisch geschoolde mannen heeft technisch werk

Van alle mannen met een technische opleiding had ongeveer 50 procent een technisch beroep in 2016. Vergeleken met drie jaar eerder zijn niet alleen meer mannen technisch geschoold, ze zijn ook vaker aan het werk in een technisch beroep. In 2013 had 45 procent van de technische geschoolde mannen een technische baan. Het aantal mannelijke technici dat in een niet-technisch beroep aan de slag ging bleef nagenoeg gelijk, een derde. Deze mannen werkten voornamelijk als transportplanner en logistiek medewerker, productiemanager en bedrijfskundige.

Technisch opgeleide vrouwen werken veel vaker in een niet-technisch beroep. Zo had 46 procent van de vrouwelijke technici in 2016 een niet-technisch beroep, bijna 20 procent had een technisch beroep. De vrouwen met een niet-technisch beroep werkten vooral als verkoopmedewerker in de detailhandel en administratief medewerker.

De meeste (werkende) technici zijn overigens mannen. In 2016 werkten 791 duizend mannelijke technici en 53 duizend vrouwelijke technici in een technisch beroep. Mannen werkten relatief vaak als software- of applicatieontwikkelaar en ingenieur, en vrouwen als ingenieur of technicus op het gebied van bouwkunde of natuur.

Technisch geschoolden met werk (12 uur per week of meer)
 20162013
Mannen
Technisch beroep791696
Niet-technisch beroep525523
Vrouwen
Technisch beroep5343
Niet-technisch beroep126106

Vooral hoog- en middelbaar opgeleiden vaker een technische baan

De toename van het aantal technici met een technisch beroep in de afgelopen drie jaar is het sterkst onder hoog- en middelbaaropgeleiden. In 2013 hadden hoogopgeleide technici minder vaak een technische baan dan een niet-technische baan. In 2016 gold het omgekeerde: hoogopgeleide technici werkten juist vaker in een technisch dan in een niet-technisch beroep.

De werkloosheid onder technici nam in de afgelopen jaren verder af, het sterkst onder laagopgeleide technici. Zij gingen zowel vaker in een niet-technisch als in een technisch beroep werken.

Technisch geschoolden naar arbeidspositie en beroep
 Geen beroepsbevolkingWerkloosWerkzaam, onbekend beroepWerkzaam, niet-technisch beroepWerkzaam, technisch beroep
Totaal
201614,84,40,934,845,1
201316,16,11,435,141,3
Laagopgeleid
201624,650,731,638,1
201325,67,9129,536,1
Middelbaaropgeleid
201613,54,70,731,549,6
201314,86,4132,345,5
Hoogopgeleid
201610,43,61,141,143,8
201311,44,42,34339