Technische toelichting: werkloze beroepsbevolking (CBS) en WW-uitkeringen (UWV)

Maandelijks wordt een gezamenlijk persbericht gepubliceerd over de werkloze beroepsbevolking van CBS en de werkloosheidsuitkeringen (WW) van UWV. In deze toelichting worden enkele kernbegrippen belicht.

Werkloosheid

De werkloze beroepsbevolking wordt bepaald volgens de richtlijnen van International Labour Organization (ILO). Deze omvat alle personen van 15-74 jaar zonder betaald werk, die actief op zoek zijn naar werk en daarvoor ook beschikbaar zijn. De werkzame beroepsbevolking betreft alle personen van 15-74 jaar die betaald werk hebben.

Om de kortetermijnontwikkeling van de werkloosheid in beeld te brengen, wordt uitgegaan van de voor seizoeninvloeden gecorrigeerde cijfers. Deze cijfers houden rekening met veranderingen in de werkloosheid die zich ieder jaar opnieuw voordoen. Zo is het gebruikelijk dat het niet voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal werklozen in de eerste maanden van het jaar stijgt (bijvoorbeeld vanwege aflopende contracten of slechte weersomstandigheden). Ook in juli stijgt de werkloosheid doorgaans, waarna in augustus de werkloosheid weer daalt (vooral bij jongeren). Dit patroon van seizoeninvloeden hoeft niet in alle jaren precies gelijk te zijn; afwijkingen van het standaardpatroon blijven in de cijfers zichtbaar. Voor jaar-op-jaarmutaties wordt gebruikgemaakt van niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerde cijfers.

De cijfers over de werkloze en werkzame beroepsbevolking zijn gebaseerd op de Enquête Beroepsbevolking, een steekproefonderzoek dat maandelijks onder dertigduizend mensen in Nederland wordt gehouden. De uitkomsten van dit onderzoek kennen een onnauwkeurigheidsmarge. Voor het beoordelen van de ontwikkeling van de werkloosheid is het daarom beter de uitkomsten over een wat langere periode te bekijken. Om deze reden is de gemiddelde maandmutatie over de afgelopen drie maanden opgenomen in het persbericht.
De meest recente raming van de werkloze beroepsbevolking wordt gepubliceerd door het Centraal Planbureau.

WW-uitkeringen

UWV geeft op basis van de Werkloosheidswet (WW) een uitkering aan werknemers die buiten hun schuld hun baan zijn kwijtgeraakt. Het aantal WW-uitkeringen heeft betrekking op ontslagwerkloosheid. Het WW-cijfer wordt niet voor seizoen gecorrigeerd. Het aantal WW-uitkeringen is exclusief werkloosheid als gevolg van betalingsonmacht bij faillissementen, werktijdverkorting en “onwerkbaar” weer. De belangrijkste redenen om een WW-uitkering te beëindigen zijn werkhervatting en het bereiken van de maximale uitkeringsduur. Bij de WW wordt onderscheid gemaakt tussen 4-weekse en 5-weekse verslagperioden. In 2016 zijn maart, juni, september en december 5-weekse verslagperioden.

Op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie is de Nieuwsflits Arbeidsmarkt te downloaden, waarin naast uitgebreide informatie over het aantal bij UWV geregistreerde niet-werkende werkzoekenden gedetailleerde gegevens zijn opgenomen m.b.t. het aantal ingediende vacatures, ontslagaanvragen- en vergunningen en WW-uitkeringen.

Aantal WW-uitkeringen als hulpinformatie

Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) is er sinds juli 2015 een nieuwe WW-systematiek op basis van inkomstenverrekening. Deze systematiek heeft een structureel verhogend effect op het aantal lopende WW-uitkeringen. Dit komt enerzijds doordat mensen die tegen lager loon gaan werken een aanvulling uit de WW behouden en anderzijds doordat het recht op uitkering pas wordt beëindigd wanneer vaststaat dat er volgens de wet voldoende inkomsten zijn.