Meer personenauto's, minder vrachtvoertuigen

Het aantal personenauto’s is in 15 jaar fors gestegen: van ruim 6,3 miljoen in 2000 naar bijna 8 miljoen in 2015, een stijging van 25 procent. Ook kwamen er meer brom- en motorfietsen, terwijl het aantal vrachtvoertuigen daalde. Nederland telt nu 10,8 miljoen motorvoertuigen. Dat blijkt uit de nieuwe publicatie Transport en mobiliteit, die het CBS vandaag uitbrengt.

Meer ouderen met een auto, maar minder jongeren

De toename van het aantal auto’s komt niet alleen door de bevolkingsgroei. Vooral ouderen en vrouwen hebben vaker een auto dan vroeger, omdat zij vaker een rijbewijs hebben. Het is voor vrouwen bijvoorbeeld nu net zo gewoon om een rijbewijs te halen als voor mannen en ook hun arbeidsparticipatie is toegenomen. Daarnaast is het steeds vanzelfsprekender geworden om een auto te hebben. In de helft van de huishoudens is één auto aanwezig, bijna een kwart heeft er twee of meer. Tegenwoordig heeft de helft van de volwassenen een auto.
Jongeren hebben minder vaak een auto dan voorheen, een verschijnsel dat ook in andere Europese landen wordt gesignaleerd. Eén op de vijf jongeren tot 25 jaar heeft een auto. Steeds meer jongeren wonen in de stad, waar fiets en OV goede alternatieven zijn.

Fors meer motorfietsen

Het aantal motorfietsen is met 60 procent gestegen. Nu heeft één op de 25 volwassen Nederlanders een motor, dat was in 2000 één op de 38. De laatste jaren groeide ook het totaal aan bromfietsen, vooral doordat snorfietsen erg populair werden. Het aantal vrachtvoertuigen neemt daarentegen sinds 2009 af, onder meer als gevolg van de economische krimp en door de toegenomen concurrentie van Oost-Europese wegtransporteurs. Ook rijden er minder bussen.

Ontwikkeling aantal motorvoertuigen (2000=100)

Bron: Transport en mobiliteit 2015