Beter beeld financiële stromen multinationals, bni over 2011 en 2012 hoger

Eerste, nog voorlopige onderzoeksresultaten, laten zien dat het niveau van het bruto nationaal inkomen (bni) van Nederland in 2011 en 2012 respectievelijk 1,8 en 1,5 procent hoger was dan eerder berekend. Vooral aanvullende informatie over de omvangrijke financiële stromen van en naar het buitenland van met name multinationale ondernemingen hebben tot deze verhoging geleid. Dit blijkt uit de eerste uitkomsten van onderzoek dat het CBS en De Nederlandsche Bank (DNB) eind 2014 zijn gestart om de nationale rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar te laten aansluiten. Tevens zijn enkele correcties doorgevoerd in de berekeningsmethodiek. Het niveau van het bruto binnenlands product (bbp) blijkt in 2012 0,7 procent hoger dan eerdere berekeningen lieten zien. Het bbp van 2011 blijft ongewijzigd. 

Bijstellingen van het bbp en het bni zijn onderdeel van het reguliere proces van het CBS. Ieder jaar worden, op basis van de dan nog nagekomen data en informatie over de ontwikkelingen in de Nederlandse economie, nieuwe berekeningen gemaakt van de voorgaande drie jaren. Het onderzoek naar de verslagjaren 2013 en 2014 is momenteel nog gaande, maar het huidige beeld is dat het bni over deze jaren ook naar boven bijgesteld zal worden. Momenteel wordt in het kader van dit onderzoek Eurostat nog geconsulteerd over de correcte interpretatie van de geldende internationale richtlijnen voor het samenstellen van Nationale rekeningen. Op 24 juni aanstaande worden de definitieve uitkomsten over alle vier verslagjaren gepubliceerd.

Financiële stromen van Nederlandse bedrijven met buitenland hebben grote invloed op ontwikkeling in bni

Het bni is de optelsom van het bbp en het saldo van de primaire inkomensstromen met het buitenland. Dit saldo is voor Nederland doorgaans positief, maar kan ook negatief zijn. Onder de primaire inkomens vallen o.a. rente, dividenden en winsten. Nederland is een kleine open economie met een in verhouding grote financiële sector en veel internationale bedrijvigheid. Daardoor is de omvang van deze inkomensstromen tussen Nederland en het buitenland relatief groot. Bovendien zijn deze stromen de afgelopen jaren in omvang gegroeid. De winststromen van multinationale ondernemingen lopen in toenemende mate via Nederlandse financiële holdings naar het buitenland. Het totaal van inkomensstromen tussen landen en binnen ondernemingen wordt steeds fijnmaziger en complexer. Doordat zowel de inkomende als de uitgaande primaire inkomensstromen in Nederland substantieel zijn – tussen de 180 en 240 miljard euro per jaar – leiden relatief kleine procentuele veranderingen in deze stromen tot grote wijzigingen in het primair inkomenssaldo en dus in het bni. Dit verklaart mede de relatief grote bijstelling van het bni ten opzichte van de aanpassing van het bbp en waarom  de onzekerheidsmarges bij de bepaling van het bni groter zijn dan die van het bbp. 

CBS en DNB harmoniseren hun macro-economische statistieken

Bij het beschrijven van de winststromen van Nederland naar het buitenland en omgekeerd baseerden het CBS en DNB zich van oudsher op eigen bronnen, internationale richtlijnen en methoden. Op onderdelen zijn deze bronnen de afgelopen jaren al gecoördineerd en worden zij uitgewisseld. Desondanks waren de verschillen vaak nog groot. Het afgelopen jaar zijn de internationale richtlijnen voor het samenstellen van zowel de nationale rekeningen van het CBS als de betalingsbalans van DNB herzien, waardoor deze qua methodologie nu volledig op elkaar aansluiten. Dit bood CBS en DNB aan het eind van 2014 de mogelijkheid om ook hun cijfers verder af te stemmen om zo een einde te maken aan de grootste onderlinge verschillen. Deze stap is vooral relevant omdat de toenemende internationale financiële verwevenheid maakt dat het meten van de Nederlandse relaties met het buitenland steeds meer informatie en kennis vereist. Alleen door alle beschikbare kennis en informatie te bundelen en gezamenlijk te verwerken, kunnen de snelle internationale ontwikkelingen beter worden bijgehouden.

Alle beschikbare informatie en berekeningsmethoden kritisch tegen het licht gehouden

In het betreffende onderzoek zijn het CBS en DNB vanaf eind 2014 alle beschikbare informatie over de financiële stromen van en binnen multinationale bedrijven aan het vergelijken, analyseren en afstemmen. Waar nodig wordt daarvoor contact opgenomen met de bedrijven zelf en worden de gerapporteerde microdata en de interne verwerkingsprocessen kritisch tegen het licht gehouden. Naar aanleiding van de eerste uitkomsten van deze analyse heeft het CBS een aantal correcties doorgevoerd in de eigen berekeningsmethodiek. Deze hangen samen met een onvolledige verwerking van broninformatie en correcties in de toepassing van de geldende internationale boekhoudregels voor het samenstellen van de nationale rekeningen.

Momenteel wordt ook Eurostat geconsulteerd over de correcte interpretatie van de geldende internationale richtlijnen voor het samenstellen van Nationale rekeningen, het European System of Accounts (ESA 2010). Specifiek gaat het om de internationale boekingswijzigingen met betrekking tot de winsten die via financiële holdings aan buitenlandse moeders worden uitgekeerd.

Naast bijstelling stromen met het buitenland ook reguliere herberekening bbp

Los van deze harmonisatie van de primaire inkomensstromen stelt het CBS ieder jaar het bbp van de voorgaande drie jaren bij. Dit is een regulier proces, waarin de laatst beschikbare informatie over productie en bestedingen verwerkt wordt. Voor 2012 betekent dit dat het niveau van het bbp 0,7 procent hoger uitkomt. Door de herberekening blijkt tevens dat de economische groei in 2012 minder negatief is dan eerder gepubliceerd. De krimp van de Nederlandse economie was niet 1,6 procent maar 1,1 procent. Deze opwaartse bijstelling is met name het gevolg van nieuwe informatie over de groot- en detailhandel die liet zien dat deze bedrijfstak beter presteerde dan eerder gedacht. Het gecombineerde effect van het hogere saldo van de primaire inkomens en het hogere bbp betekent dat het niveau van het bni in 2012 volgens de eerste uitkomsten 1,5 procent hoger uitkomt dan in de vorige berekening. Het bbp van 2011 is niet veranderd. Het hogere niveau van het bni voor 2011 (1,8 procent) is daarmee volledig het gevolg van de bijgestelde financiële stromen met het buitenland.

Effect op bbp en bni voor verslagjaren 2013 en 2014

Het herijkte bbp cijfer voor 2012 heeft een direct effect op de nog te publiceren berekeningen voor de jaren 2013 en 2014. De grotere omvang van de economie in 2012 telt immers ook in het bbp en daarmee in het bni van deze jaren door. Voor de verslagjaren 2013 en 2014 wordt in de komende periode, volgens de reguliere werkwijze van de nationale rekeningen, alle nu beschikbare en nagekomen informatie over de ontwikkelingen in de Nederlandse economie verwerkt. De eerste resultaten van het CBS-DNB onderzoek laten daarbij zien dat ook voor 2013 en 2014 het eerder gerapporteerde saldo primaire inkomens  naar boven moet worden bijgesteld. Het is denkbaar dat ook voor de jaren 2011 en 2012 nog wijzigingen worden doorgevoerd naar aanleiding van het nog lopende onderzoek. De definitieve uitkomsten hiervan zal het CBS in de nationale rekeningen verwerken en op 24 juni aanstaande, conform het reguliere publicatieschema, naar buiten brengen.

Melding conform het publicatiebeleid van het CBS: Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische Zaken zijn vooraf ingelicht over dit bericht.