De Nederlandse economie 2012

Vandaag verschijnt De Nederlandse economie 2012. In deze publicatie wordt een uitgebreid beeld geschetst van de economische structuur van Nederland en de ontwikkelingen daarin in 2012. Het eerste exemplaar van de publicatie wordt overhandigd aan onze minister van Financiën, de heer Dijsselbloem, door de heer Van der Veen, directeur-generaal van de Statistiek.

Net als het jaar 2011 stond 2012 in het teken van de crisis. De Nederlandse economie kromp met 1,2 procent, de consumptie door huishoudens zelfs met 1,6 procent. De uitvoer bleef nog wel groeien, maar met 3,2 procent iets minder dan in 2011. Wel kalmeerden in 2012 de financiële markten enigszins, onder andere na de uitspraak van ECB-president Mario Draghi dat de ECB de euro koste wat het kost zou redden.

De Duitse economie doet het de laatste jaren beter dan de Nederlandse. Uit handels-statistieken is op te maken dat de Duitse export meer dan de Nederlandse profiteert van opkomende, snel groeiende economieën zoals China. Buiten beschouwing blijft dan dat Nederland mee kan liften met de export vanuit Duitsland, bijvoorbeeld door onderdelen te leveren aan de Duitse (automobiel)industrie. Uit een nieuwe analyse blijkt dat hiervan beperkt sprake is. De Duitse industrie is de laatste jaren weliswaar steeds meer onderdelen gaan importeren, maar het aandeel van Nederlandse producten in deze import is constant gebleven. Het aandeel van China en enkele Midden-Europese landen is wel gestegen.

Sinds het begin van de crisis in 2008 zijn huishoudens steeds minder gaan uitgeven. Vooral op artikelen voor woninginrichting, genotmiddelen en horeca hebben Nederlanders de laatste jaren sterk bezuinigd. De belangrijkste reden hiervoor is dat de inkomens van huishoudens zijn afgenomen. Daarnaast spelen de terugval van de woningmarkt en een geslonken vertrouwen een rol. In onze buurlanden is de situatie anders. Belgen en Duitsers hebben hun inkomens de laatste jaren nog steeds zien stijgen en zij geven ook nog steeds meer uit. Onze buren hebben tevens  meer vertrouwen in hun financiële toekomst dan Nederlanders en hebben niet te maken met een kwakkelende woningmarkt.

In Nederland is de markt voor koopwoningen sinds halverwege 2008 sterk teruggelopen. Vooral het aantal verhuisbewegingen onder stellen met een eigen huis is sterk afgenomen. De meeste huizenbezitters verhuizen de laatste jaren pas als zij daarvoor een urgente reden hebben, zoals een verandering in de relationele situatie. Treedt zo’n verandering op, dan verhuizen zij vaker dan voorheen naar een huurwoning. Verder kiezen steeds meer starters op de woningmarkt voor een huur- in plaats van een koopwoning.

Ook in de jaren tachtig kende Nederland een langdurige crisis. De huidige crisis is duidelijk anders van aard. Een van de oorzaken destijds was een aangetaste concurrentiepositie door hoge loonstijgingen. De werkloosheid liep in de jaren ‘80 al veel eerder snel op dan nu, de huizenprijzen daalden juist veel sneller. In tegenstelling tot nu bleef het aantal transacties op de woningmarkt redelijk stabiel. De crisis in de jaren ’80 duurde ook minder lang. Na vier jaar van crisis begon de werkloosheid bijvoorbeeld al weer te dalen.