Economie krimpt

De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,4 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.

Bruto binnenlands product, gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten

Bruto binnenlands product, gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten

Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 1,8 procent. Het eerste kwartaal telde in 2013 wel twee werkdagen minder dan in 2012.

Er werd in het eerste kwartaal veel minder geïnvesteerd in vaste activa dan een jaar eerder (11,8 procent). De huishoudens besteedden 2,4 procent minder aan goederen en diensten. De overheidsconsumptie kromp met 0,6 procent. Ook de invoer van goederen en diensten was in het eerste kwartaal lager dan in het eerste kwartaal van 2012 (0,8 procent). Het exportvolume was daarentegen 1,4 procent groter.

De goederenproducenten produceerden 1,0 procent minder. Met 8,6 procent kromp de productie van de bouwnijverheid het meest. De industriële productie lag 4,5 procent onder het niveau van het eerste kwartaal van 2012. De productie van de delfstoffenwinning was, mede onder invloed van het relatief koude weer, 12,4 procent hoger. In de dienstverlening kwam de productie van de commerciële dienstverleners 2,4 procent lager uit. De productie van de niet-commerciële dienstverleners lag op hetzelfde niveau als een jaar eerder.

De cijfers in dit bericht sluiten aan bij de tweede raming van de economische groei in het eerste kwartaal van 2013. Ze zijn bijgesteld ten opzichte van de op 15 mei 2013 gepubliceerde eerste raming van de economische groei.

Middelen en bestedingen (volume)

Middelen en bestedingen (volume)

Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.

Voor meer conjunctuurinformatie zie: conjunctuurbericht.