In 2011 veel stakers bij kortstondige acties

In Nederland waren vorig jaar 17 werkstakingen. Hierbij gingen 22 duizend werkdagen verloren. Bij iets meer dan de helft ging het om kortdurende werkonderbrekingen. Doordat de meeste stakingen kort waren, ging in 2011 relatief weinig werktijd verloren. De bedrijfstak vervoer had de meeste verloren arbeidstijd.

Helft van de arbeidstijd ging verloren aan korte werkonderbrekingen

Van de 17 werkstakingen in 2011 ging het bij 6 om een korte werkonderbreking. Deze duurden minder dan één werkdag. Hierbij ging het bijvoorbeeld om verlengde lunchpauzes of acties aan de poort. Deze kostten samen 11 duizend werkdagen, de helft van de totale verloren arbeidstijd door stakingen. Het aandeel van de korte werkstakingen was de afgelopen tien jaar niet eerder zo hoog.

In de afgelopen vijf jaar was het aantal verloren werkdagen in 2008 het hoogst. Dit kwam toen vooral door acties binnen de vervoerssector.

Verloren werkdagen naar stakingsduur

Verloren werkdagen naar stakingsduur

Ruim een derde verloren arbeidstijd bij vervoer en opslag

De meeste arbeidstijd ging verloren in de bedrijfstak vervoer en opslag. Daar waren vier stakingen met 8 duizend stakingsdagen . Het ging vooral om stakingen in het openbaar vervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Op de tweede plaats kwam de industrie met 6 duizend verloren arbeidsdagen. Daarbij legden 21 duizend werknemers het werk neer. Het ging hierbij vooral om werkonderbrekingen bij de sociale werkplaatsen.

Verloren werkdagen naar bedrijfstak, 2011

Verloren werkdagen naar bedrijfstak, 2011

Vooral stakingen tegen voorgenomen bezuinigingen

Bij 7 werkstakingen lag een conflict over de cao-onderhandelingen aan de basis van de actie. Hierbij gingen 3 duizend werkdagen verloren. In 7 andere gevallen ging het om andere geschilpunten, merendeels opgeroepen door vakverenigingen vanwege de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet. Dat kostte met 18 duizend stakingsdagen veel meer arbeidstijd.

In 2011 werden 14 van de 17 stakingen uitgeroepen door vakverenigingen. Bijna alle stakingsdagen kwamen voor rekening van deze acties. Bij de overige 3 stakingen ging het om wilde acties.

Dick ter Steege en Rob Kuijpers

Bron: