Aantal werkloze mannen van 25 tot 45 in drie jaar tijd verdubbeld

Het aantal werkloze mannen van 25 tot 45 jaar is de afgelopen drie jaar ruim verdubbeld: van 46 duizend in het tweede kwartaal 2008 tot 99 duizend in het tweede kwartaal 2011. De 25- tot 45-jarige mannen zijn daarmee, wat betreft de arbeidspositie, het hardst geraakt door de economische crisis.

Vooral mannen geraakt door de crisis

Het aantal werkloze mannen tussen 25 tot 45 jaar ligt fors hoger dan voor de crisis. Ook onder de 45-plussers, zowel mannen als vrouwen, is sprake van gestegen werkloosheid. Deze stijging is echter minder sterk. De werkloosheid onder jongeren en vrouwen van 25-45 jaar liep door de crisis aanvankelijk ook op, maar was in het tweede kwartaal 2011 weer terug op ongeveer hetzelfde niveau als voor de crisis.

Werkloze beroepsbevolking, tweede kwartaal

Werkloze beroepsbevolking, tweede kwartaal

Meer banen in de zorg, minder in industrie en bouw

Dat juist de werkloosheid onder mannen van 25 tot 45 zo sterk is gestegen, hangt voor een deel samen met de bedrijfstakken waarin zij veelal werkzaam zijn. In de industrie, bouw, landbouw en zakelijke dienstverlening zijn sinds het tweede kwartaal van 2008 ongeveer 200 duizend banen verdwenen. Bij de overheid en vooral in de zorg groeide het aantal banen juist. In deze sectoren zijn relatief veel vrouwen werkzaam.

Arbeidsdeelname mannen van 25 tot 45 jaar ook afgenomen

Ook de arbeidsdeelname van 25- tot 45-jarige mannen is teruggelopen door de crisis. In het tweede kwartaal van 2008 had 93 procent van de 25- tot 45-jarige mannen werk. Drie jaar later was dat gezakt tot 88 procent.

Het aandeel werkenden neemt niet per se af als het aantal werklozen toeneemt. Onder 45- tot 65-jarigen is de afgelopen drie jaar zowel de werkloosheid als het aandeel werkenden toegenomen. Dat komt doordat steeds meer ouderen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Vooral het aandeel werkende vrouwen van 45 tot 65 jaar was in het tweede kwartaal van 2011 hoger dan drie jaar geleden.

Netto-arbeidsparticipatie, tweede kwartaal

Netto-arbeidsparticipatie, tweede kwartaal

Senne Janssen en Martijn Souren

Bron: StatLine, werkloze beroepsbevolking en netto-arbeidsparticipatie