Producentenvertrouwen fors onderuit

Het producentenvertrouwen in de industrie ging in juli fors onderuit. De vertrouwensindicator daalde met meer dan 4 punten van 2,0 in juni naar
-2,2. Juli was de vierde maand op rij waarin de stemming onder ondernemers in de industrie verslechterde.

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.

Zowel over de orderpositie als over de verwachte productie in de komende drie maanden waren de ondernemers veel pessimistischer dan in juni. Het oordeel over de voorraden verslechterde ook, maar in mindere mate.

Ook over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers somberder dan voorgaande maand. Het aantal ondernemers dat verwachtte dat de personeelsomvang in de komende drie maanden af zal nemen was groter dan het aantal dat een toename voorzag. In de voorgaande vier maanden dachten de ondernemers hun personeelsbestand nog uit te breiden.

Met 80,9 procent was de bezettingsgraad in juli even hoog als in april. Daarmee blijft de bezettingsgraad aan de lage kant. De ondernemers gaven aan dat hun concurrentiepositie zowel op de Nederlandse als op de buitenlandse markt iets is verbeterd. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit te groot vond was iets groter dan het aantal dat de productiecapaciteit als te klein beoordeelde. Net als een kwartaal eerder noemde één op de vijf ondernemers onvoldoende vraag als een productiebelemmering.

Branchegegevens over het producentenvertrouwen in de industrie zijn opgenomen in de Industriemonitor op de CBS-website.

Producentenvertrouwen industrie

Producentenvertrouwen industrie

Meer cijfers staan op de themapagina Industrie en energie.