Gevoelsinflatie weer in lijn met gemeten inflatie

wsdlogo3

Een hoeksteen in de beschrijving van de economie is de meting van de prijsstijging. Naast de gemeten inflatie wordt ook gesproken over een inflatiegevoel. De ontwikkeling van deze gevoelsinflatie loopt de afgelopen jaren weer in lijn met de gemeten inflatie.

Inflatie de afgelopen jaren onder de 2 procent

De afgelopen dertien jaar lag de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) gemiddeld net boven de 2 procent. De laatste zes jaar was dat echter, afgezien van 2008, minder dan 2 procent. Dit is keurig in lijn met de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) om de inflatie (net) onder de 2 procent te houden.

In 2001 en 2002 was de inflatie hoog door relatief hoge loonkostenstijgingen, verhoging van de btw en accijnzen, en hogere winstmarges in enkele bedrijfstakken bij de introductie van de euro. Daarna liep de inflatie terug, onder andere door de prijzenoorlog tussen supermarkten. In 2008 nam de inflatie flink toe, mede door fors hogere olie- en voedselprijzen op de wereldmarkt.

Inflatie en inflatiegevoel

Inflatie en inflatiegevoel

Inflatiegevoel kwantificeren

Naast de gemeten inflatie wordt ook gesproken over een inflatiegevoel dat hier sterk van zou afwijken. Daarbij wordt steevast gesteld dat de gevoelsinflatie hoger zou liggen dan de officiële inflatie. Gevoelens kunnen echter vaag zijn. Een poging tot kwantificeren kan met behulp van resultaten uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) van het CBS. Uit deze uitkomsten wordt elke maand het consumentenvertrouwen afgeleid. Het CCO bevat ook een vraag over de prijsstijging in de afgelopen twaalf maanden.

Het percentage respondenten dat van mening is dat de prijzen de afgelopen 12 maanden sterk zijn gestegen fluctueert sterk in de tijd. Het laat uiteraard een top zien na de introductie van de euro per 1 januari 2002. De ervaren prijsstijging komt dan flink hoger uit dan de feitelijke prijsstijging en ijlt hierbij ook iets na. Bij de vervanging van de gulden door de euro raakten veel mensen even hun ankerpunt kwijt. In de jaren daarna blijkt de gevoelsinflatie opvallend parallel te lopen met de feitelijke ontwikkeling van de inflatie. Dat is goed zichtbaar in de terugval door de supermarktoorlog en de piek in 2008.

Inflatiegevoel en voedselprijzen

Inflatiegevoel en voedselprijzen

Inflatiegevoel ook in lijn met prijzen dagelijkse boodschappen

Het inflatiegevoel is mogelijk vooral gevoelig voor prijsstijgingen van dagelijkse boodschappen. In het totaalpakket van goederen en diensten zitten immers ook zaken die de consument maar af en toe aanschaft. Daarom is ook gekeken naar de prijsstijging van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken, als benadering van de prijsstijging van de dagelijkse boodschappen. De Nederlandse consument geeft overigens niet meer dan 11,3 procent van zijn geld uit aan voedingsmiddelen in supermarkt en speciaalzaak. De prijzen van voedingsmiddelen zijn in de afgelopen dertien jaar iets minder gestegen dan de inflatie. Ook hier is sprake van duidelijke overeenkomsten tussen de ontwikkeling van het inflatiegevoel en de voedselprijzen.

Michiel Vergeer

Bronnen: