Groei gemeentebelastingen in 2010 bescheiden in grote gemeenten

De belastingopbrengst in grote gemeenten groeit in 2010 naar verwachting minder hard dan in middelgrote en kleine gemeenten. De vier grootste gemeenten samen begroten dit jaar zelfs een lichte daling van de onroerendezaakbelasting (OZB) ten opzichte van 2009.

Gemeentelijke belastingen naar grootteklasse, 2010

Gemeentelijke belastingen naar grootteklasse, 2010

Relatief sterke stijging belastingen in kleine gemeenten

Gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners verwachten dit jaar 0,9 procent meer belasting op te halen dan vorig jaar. Gemeenten met minder dan 20 duizend inwoners begroten daarentegen een opbrengststijging van 4,5 procent. Het verschil in ontwikkeling is vooral toe te schrijven aan de groei van de OZB-opbrengst, die bij grote gemeenten veel lager is dan bij kleine gemeenten. De OZB vormt ruim drie kwart van de gemeentelijke belastingopbrengst.

Belastingen vier grootste gemeenten

Belastingen vier grootste gemeenten

Daling OZB in vier grootste gemeenten

De OZB-opbrengst van de vier grootste gemeenten daalt in 2010 naar verwachting met 0,4 procent. Utrecht en Den Haag begroten een opbrengstdaling, in Rotterdam blijft de opbrengst met een toename van 0,1 procent vrijwel gelijk, terwijl Amsterdam een opbrengststijging van 1 procent voorziet.

Daarnaast daalt de begrote opbrengst van de precariobelasting. Den Haag anticipeert op de voorgenomen wettelijke afschaffing van de belasting op kabels en leidingen van nutsbedrijven. De gemeente derft hiermee naar verwachting 15 miljoen euro aan inkomsten. Alle vier gemeenten verwachten in 2010 wel meer parkeerbelasting te innen. De totale begrote belastingopbrengst in de vier grootste gemeenten samen is dit jaar ongeveer even groot als in 2009 (-0,2 procent).

Financiering lasten uit algemene middelen vier grootste gemeenten

Financiering lasten uit algemene middelen vier grootste gemeenten

Meer onttrekkingen aan reserves

Het beleid van de vier grootste gemeenten om de OZB in 2010 niet of nauwelijks te verhogen heeft gevolgen voor de financiering van de uitgaven. Om de stijgende lasten te financieren verwachten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht meer gelden te moeten onttrekken aan de reserves. De begrote netto-ontrekking aan de reserves van de vier grootste gemeenten bedraagt 408 miljoen euro. Dit is meer dan drie keer zoveel als in 2009.

Paul van der Beek

Bron: StatLine, Gemeentebegrotingen; per gemeente, baten en lasten, heffingen