Categoriaal beschermingsbeleid

Onder uitzonderlijke omstandigheden kan het kabinet een categoriaal beschermingsbeleid instellen voor asielzoekers uit een bepaald land, een bepaalde regio of een bevolkingsgroep.

Reden voor een categoriaal beschermingsbeleid kan zijn dat de veiligheids- en mensenrechtensituatie in een bepaald gebied of voor een bepaalde groep zeer zorgwekkend is en terugkeer daarom niet verantwoord zou zijn. Ook wordt gekeken naar welk beleid andere Europese landen voor deze groep asielzoekers voeren.

Wanneer een categoriaal beschermingsbeleid van kracht is, kijkt de IND in eerste instantie of de aanvrager op individuele gronden recht heeft op een verblijfsvergunning. Wanneer dit niet het geval is, krijgt hij op grond van het categoriale beschermingsbeleid toch een tijdelijke verblijfsvergunning (op voorwaarde dat er geen contra-indicaties zijn, zoals crimineel gedrag).

Wanneer de veiligheid in het land van herkomst of voor de specifieke groep is verbeterd, wordt het categoriale beschermingsbeleid ingetrokken en worden ook de tijdelijke verblijfsvergunningen van de bewuste groep asielzoekers ingetrokken. Daarna moeten asielzoekers die niet op individuele gronden recht hebben op een verblijfsstatus, Nederland alsnog verlaten.

De categoriale bescherming voor asielzoekers uit Centraal-Irak is in november 2008 beëindigd. Sinds mei 2009 wordt ook geen categoriale bescherming meer geboden aan asielzoekers afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië.