Bij een derde van de woningen met een energielabel kan het energieverbruik fors omlaag

Van de bijna 1 miljoen Nederlandse woningen met een energielabel valt één op de drie in energieklasse E, F of G. Dat betekent dat het energieverbruik relatief hoog is en er veel energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. Verder heeft 11 procent een label met klasse A++, A+, A of B. Voor deze woningen zijn weinig energiebesparende maatregelen mogelijk. De grootste groep (56 procent) valt in klasse C of D.

Sinds 1 januari 2008 verplicht de overheid gebouweigenaren om aan nieuwe huurders en kopers een energielabel te overhandigen. Dit label geeft inzicht in het gestandaardiseerd energieverbruik van de woning en mogelijke energiebesparende maatregelen. Het aandeel woningen met een energielabel verschilt sterk per provincie. In Zeeland heeft slechts 3 procent van de woningen een label, tegen bijna een kwart in Groningen. Dit verschil wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat Zeeland, in tegenstelling tot Groningen, een relatief lage verhuismobiliteit heeft. Daardoor vallen er minder woningen onder de verplichting tot labeling. Verder heeft Zeeland relatief weinig huurwoningen. In 2008 heeft een aantal corporaties hun volledige woningbestand gelabeld.

Aandeel woningen met een energielabel per provincie, 1 juli 2009

Aandeel woningen met een energielabel per provincie, 1 juli 2009

In de gemeenten Amsterdam en Den Haag is minder dan 10 procent van de woningen voorzien van een energielabel. In de gemeenten Rotterdam en Utrecht ligt dat aandeel rond de 20 procent.

Karine Tanis en Hermanus Rietveld

Bron: Aantal woningen met een energielabel, 1 juli 2009