Socialezekerheiduitkeringen

De onderzoekspopulatie betreft hier huishoudens met ten minste een persoon die tussen 15 en 65 jaar oud is. Het gaat over huishoudens die aanspraak maken op een of meerdere van de onderstaande uitkeringen:
• Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ en Wajong)
• Bijstandsuitkering (WWB)
• WW-uitkering
• Nabestaandenpensioen (Anw)

Het gaat niet om huishoudens die aanspraak maken op bijvoorbeeld een AOW-, ziektewet-, wachtgeld- of AKW-uitkering.

Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Een arbeidsongeschiktheidsuitkering kan verstrekt worden in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).

De WIA is sinds 2006 de opvolger van de WAO, die van kracht blijft voor personen die vóór 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De uitkeringen die onder de oude WAO-regeling vallen, zijn meegenomen in dit onderzoek.

Bijstandsuitkering
De uitkomsten zijn gebaseerd op informatie van gemeenten over de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). De uitkomsten hebben betrekking op thuiswonenden met een periodieke, algemene bijstandsuitkering. Bijstand wordt toegekend aan huishoudens.

WW-uitkering
Uitkeringen in het kader van de werkloosheidswet (WW). Iemand die zijn baan verliest kan recht hebben op een WW-uitkering. De duur van de WW-uitkering is beperkt en afhankelijk van het arbeidsverleden.

Anw-uitkering
Uitkeringen in het kader van de Algemene Nabestaandenwet (Anw). De Anw is in 1996 geïntroduceerd als vervanging van de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW). De voornaamste verschillen tussen de Anw en de AWW zijn bijvoorbeeld dat bij de Anw de samenwonenden en gehuwden gelijk zijn gesteld.