Niveauwisselingen vooral na afwijking van Cito-advies

Bijna 13 procent van de leerlingen die in 2005 de Eindtoets Basisonderwijs (beter bekend als Citotoets) maakte, volgt onderwijs op een hoger brugklasniveau dan uit de score van de toets als meest geschikt naar voren kwam. Ruim 4 procent van de leerlingen volgt onderwijs op een lager niveau. De niveaukeuze beïnvloedt de op- en afstroom na de brugklas: leerlingen die hoger of lager dan hun advies zijn ingestroomd wisselen in het tweede jaar duidelijk vaker van niveau dan leerlingen die op het niveau zijn ingestroomd dat de Citotoets als meest geschikt adviseerde.

Meisjes kiezen hoger

Jongens en meisjes wijken in het gekozen brugklasniveau even vaak af van het advies op basis van de Citotoets. Meisjes gaan echter vaker naar een brugklas van een hoger niveau, jongens naar een lagere brugklas dan op grond van het advies verwacht kon worden.

Autochtone leerlingen met havo-advies vaker naar vmbo

Autochtone leerlingen met een havo-advies kiezen vaker voor het vmbo dan niet-westers allochtonen met datzelfde advies. Daarentegen gaan autochtone leerlingen met een advies voor beroepsgericht vmbo iets vaker dan niet-westers allochtone leerlingen naar een hoger brugklasniveau.

Brugklasniveau t.o.v. Cito-advies naar herkomstgroep, 2005/'06

Brugklasniveau t.o.v. Cito-advies naar herkomstgroep, 2005/'06

Kinderen uit rijke gezinnen vaker naar hoger brugklasniveau

Over het algemeen gaan kinderen van ouders met een hoog inkomstenniveau vaker naar een hoger brugklasniveau dan het Cito-advies. Het grootst zijn de verschillen tussen leerlingen met een Cito-advies voor het beroepsgerichte vmbo. Ruim een derde van de kinderen uit rijke gezinnen en slechts een vijfde van de kinderen uit minder rijke gezinnen stroomt in een hoger brugklasniveau in.

Brugklasniveau t.o.v. Cito-advies naar inkomsten van het huishouden, 2005/'06

Brugklasniveau t.o.v. Cito-advies naar inkomsten van het huishouden, 2005/'06

Opstroom na lagere brugklaskeuze

In het tweede jaar van het voortgezet onderwijs volgt de overgrote meerderheid van de leerlingen onderwijs op het niveau waarop ze in de brugklas zijn begonnen. Slechts 3 procent van de leerlingen is na het eerste jaar opgestroomd naar een hoger niveau. Ook 3 procent is afgestroomd naar een lager niveau.

Op- en afstroom van brugklas naar leerjaar 2, 2006/'07*

Op- en afstroom van brugklas naar leerjaar 2, 2006/'07*

Leerlingen die hoger of lager dan hun advies zijn ingestroomd in de brugklas, wisselen na het eerste jaar duidelijk vaker van niveau. Van de leerlingen die voor een lager brugklasniveau kozen, stroomt 13 procent in het tweede leerjaar alsnog op naar een hoger niveau. Van de leerlingen die naar een hogere brugklas zijn gegaan, gaat 8 procent in het tweede jaar alsnog naar een lager niveau.

Lieke Stroucken (CBS), Dick Takkenberg (CBS), Anton Béguin (Cito)

Bron: Sociaaleconomische trends, 2e kwartaal 2008, Citotoets en overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs.