Consumentenvertrouwen volgens de Europese Commissie

De uitkomsten hebben betrekking op het consumentenvertrouwen volgens de Europees geharmoniseerde definitie. Zowel het CBS als de Europese Commissie (EC) stellen een indicator samen voor het Nederlandse consumentenvertrouwen. De indicator van de EC wordt opgebouwd uit het oordeel van de consument voor: 

  • de komende twaalf maanden over de financiële situatie;
  • de algemene economische situatie;
  •  de bereidheid om te sparen;
  •  de ontwikkeling van de werkloosheid.  

In deze benadering ligt de nadruk dus geheel op de verwachtingen voor de toekomst, op de komende twaalf maanden om precies te zijn.

Bij de CBS-benadering wordt hiernaast ook de huidige situatie van de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden meegenomen. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat - de optimisten -, dat het slechter gaat - de pessimisten - of dat de situatie gelijk blijft, de neutralen. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.

De twee reeksen verschillen dus van elkaar, maar tonen wel globaal hetzelfde beeld. In het eerder verschenen artikel “Twee indicatoren voor het Nederlandse consumentenvertrouwen” zijn deze verschillen nader toegelicht.