Nationale problemen nauwelijks regionaal gebonden

Welke nationale problemen de bevolking naar eigen zeggen urgent vindt, varieert nauwelijks tussen stedelijke gebieden en het platteland. Dit is verrassend, omdat stedelingen met andere problemen kampen dan bewoners van het platteland. Het duidt op een discrepantie tussen de feitelijke problematiek in de directe leefomgeving en de aandacht die mensen vragen voor nationale problemen.

Minderhedenproblematiek grootste nationale probleem

Het electoraat in 2006 noemde vooral problemen in verband met (etnische) minderheden. Circa 37 procent vond dat deze problematiek, waaronder de integratie van allochtonen, met voorrang moet worden aangepakt. Op de tweede en derde plaats staan de gezondheidszorg en de criminaliteit. Ook problemen gerelateerd aan inkomens en prijzen, op de voet gevolgd door ‘waarden en normen’, behoren tot de top vijf van de belangrijkste probleemgebieden. Minder in de belangstelling staan ‘milieu’ en ‘werkgelegenheid’, terreinen die in het verleden soms veel aandacht kregen.

Ervaren nationale problemen, 2006

Ervaren nationale problemen, 2007

Mate van stedelijkheid biedt geen verklaring

De stedelijkheidsgraad van gemeenten is nauwelijks van belang als het gaat om de vraag welke problemen met voorrang aangepakt moeten worden. Dit geldt onder andere voor problemen die gerelateerd zijn aan de economie, en voor problemen rond wonen, verkeer en vervoer en criminaliteit. Dit wijst erop dat de problematiek in de directe leefomgeving geen rol speelt als het aankomt op het verwoorden van nationale problemen.

De minderhedenproblematiek is de enige uitzondering. In de sterk tot zeer sterk verstedelijkte gebieden, waaronder de vier grote steden, noemt 43 procent het minderhedenvraagstuk als een belangrijke nationale kwestie, tegen 32 procent in de minder verstedelijkte gebieden. Deze bevinding spoort met de bevolkingssamenstelling die in de grotere steden sterker gekleurd is dan in kleinere gemeenten.

Op het niveau van landsdelen is sprake van grotere verschillen in ervaren nationale problemen. Het minderhedenvraagstuk wordt vaker genoemd in het westen en oosten dan in het zuiden en noorden. Daarnaast worden verschillen aangetroffen bij werkgelegenheid (vooral in zuiden en noorden), verkeer en vervoer (vooral in westen en oosten) en milieu (vooral in het westen). Blijkbaar hangen deze kwesties minder samen met de mate waarin een gebied verstedelijkt is dan met de indeling in grotere regio’s.

Ervaren nationale problemen naar landsdeel, 2006

Ervaren nationale problemen naar landsdeel, 2007

Hans Schmeets

Bron:
Nationale problemen in kaart gebracht, Bevolkingstrends.