Bereiken van 65ste levensjaar gaat gepaard met koopkrachtwinst

Jaarlijks vierden in de periode 2001-2004 zo’n 140 duizend mensen in Nederland hun 65ste verjaardag. Verreweg de meesten van hen kregen toen ook voor het eerst AOW. Alle personen die in deze periode voor het eerst AOW ontvingen, gingen er in doorsnee 2,5 procent in koopkracht op vooruit. Het hoogst was de koopkrachtstijging voor de groep met de laagste inkomens: hun koopkracht steeg met ruim 5 procent.
De meeste mensen werkten al niet meer toen ze voor het eerst AOW kregen. Het inkomensverlies dat ontstond bij het stoppen met werken, hadden zij al jaren voor het bereiken van hun 65ste geïncasseerd. Deze mensen die voor hun 65ste met pensioen gingen, leverden toen ongeveer 15 procent van hun koopkracht in.

Koopkrachtstijging bij bereiken van de 65-jarige leeftijd naar inkomenspositie 1), 2001/2004*

Koopkrachtstijging bij bereiken van de 65-jarige leeftijd naar inkomenspositie 1), 2001/2004*

1) Personen zijn in vier even grote groepen (kwartielen) van laag naar hoog inkomen ingedeeld.

Bron: ‘Inkomenseffect van pensionering’, Sociaaleconomische trends 2007, nr. 4.