Economische zelfstandigheid van vrouwen toegenomen

Tussen 2000 en 2005 is het aandeel economisch zelfstandigen gelijk gebleven. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn daarbij wel duidelijk kleiner geworden. Het aandeel economisch zelfstandige mannen is gedaald, terwijl dit bij vrouwen juist is toegenomen.

Aandeel economisch zelfstandige mannen en vrouwen

Aandeel economisch zelfstandige mannen en vrouwen

Economische zelfstandigheid blijft gelijk

In 2005 waren er bijna 11 miljoen mensen in Nederland tussen 15 en 65 jaar oud. Van hen was 55 procent economisch zelfstandig. In 2000 lag het aandeel economisch zelfstandigen even hoog.

Verschil tussen mannen en vrouwen neemt af

Bij mannen en vrouwen was sprake van een uiteenlopende ontwikkeling. Zo daalde het aandeel economisch zelfstandige mannen van 71 procent in 2000 naar 68 procent in 2005. Bij vrouwen was juist sprake van een stijging van 39 procent in 2000 naar 42 procent in 2005. Het verschil is in deze periode dus kleiner geworden.

De verschillen in het aandeel economisch zelfstandige mannen en vrouwen kunnen deels verklaard worden door traditionele rolpatronen. Zo gaat een groot deel van de vrouwen al voor hun dertigste minder werken of stopt met werken vanwege de zorg voor jonge kinderen, terwijl het merendeel van de mannen blijft werken.

Door veranderingen in deze rolpatronen melden vrouwen zich tegenwoordig echter vaker op de arbeidsmarkt. Hierdoor is de kloof tussen het aandeel economisch zelfstandige mannen en vrouwen kleiner geworden.

Economische zelfstandigheid

Economische zelfstandigheid

Sterke stijging bij ouderen

Ook voor de verschillende leeftijdsgroepen lopen de ontwikkelingen sterk uiteen. Zowel bij mannen als bij vrouwen tot 30 jaar nam de economische zelfstandigheid tussen 2000 en 2005 af. Dit komt doordat de werkloosheid in deze periode is gestegen en daarbij vooral jongeren relatief sterk trof. Ook is er een trend dat jongeren langer en meer een opleiding volgen.

In de leeftijdsgroep van 30 tot 55 jaar was er een tegengestelde ontwikkeling bij mannen en vrouwen te zien. Zo daalde het aandeel economisch zelfstandige mannen in deze groep van 87 procent in 2000 naar 85 procent in 2005, terwijl er bij vrouwen juist een stijging zichtbaar was van 46 naar 52 procent.

Onder de 55-64-jarigen nam de economische zelfstandigheid tussen 2000 en 2005 fors toe. Dit geldt zowel voor de mannen (van 51 naar 57 procent) als voor de vrouwen (van 15 naar 23 procent).

Wim Bos

Bron: Economische zelfstandigheid naar geslacht en leeftijd 2000-2005