Banengroei loopt op tot 110 duizend

In het derde kwartaal van 2006 waren er 110 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Deze toename met 1,5 procent is duidelijk groter dan in de voorgaande kwartalen, maar nog niet zo groot als in de tweede helft van de jaren negentig.
De loonkosten per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal 1,3 procent hoger dan een jaar eerder. De loonkosten stijgen sneller dan in het eerste halfjaar van 2006. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Vooral meer werk bij zakelijke dienstverleners en uitzendbureaus

Veruit de meeste banen (91 duizend) kwamen er bij in de zakelijke dienstverlening. Een belangrijk deel daarvan zijn uitzendbanen. Door de aantrekkende economie ontstaan extra banen die door veel werkgevers al dan niet tijdelijk worden ingevuld met uitzendkrachten. Deze banen worden gemeten bij de uitzendbureaus, terwijl de uitzendkrachten in andere bedrijfstakken aan het werk zijn. Zo werkt een op de vijf uitzendkrachten in de industrie, een op de negen in het vervoer.
Ook andere zakelijke dienstverleners hebben flink meer personeel in dienst. Het gaat onder meer om ICT-bedrijven, accountants-, advocaten-, en ingenieursbureaus en  reclamebureaus. In de handel en de horeca is een omslag gemaakt. Daar is sinds begin 2006 ook banengroei. De zorg blijft een belangrijke banenmotor met 22 duizend extra banen. Aan de andere kant verdwijnen er nog steeds banen in de industrie, bij de overheid en vooral bij het vervoer.

Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend

Het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen van werknemers in het derde kwartaal 38 duizend hoger dan in het tweede kwartaal van 2006. Deze toename is de hoogste sinds het tweede kwartaal van 2005, toen aan het banenverlies een einde kwam. De werkgelegenheid groeit nu al zes kwartalen achter elkaar.

Loonkostenstijging trekt iets aan

De lonen en salarissen per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal 1,7 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Door lagere werkgeverspremies voor (pre)pensioen en arbeidsongeschiktheid bleef de totale loonkostenstijging beperkt tot 1,3 procent per arbeidsjaar.  Dit is duidelijk meer dan in het tweede kwartaal, toen de stijging slechts 0,6 procent bedroeg. De loonkostenstijging in 2006 is historisch gezien erg laag vanwege lagere werkgeverslasten.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.