Economie groeit 2,8 procent in het tweede kwartaal 2006

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2006 met 2,8 procent gegroeid. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) is behaald met een werkdag minder dan vorig jaar. De tweede raming van de economische groei van het tweede kwartaal is 0,4 procentpunt hoger dan de eerste raming van 10 augustus. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De uitvoer leverde de belangrijkste bijdrage aan de groei. Daarnaast trekken ook de binnenlandse bestedingen duidelijk aan. Huishoudens hebben meer geconsumeerd en bedrijven meer geïnvesteerd.

Opwaartse bijstelling economische groei

De economische groei in het tweede kwartaal is 0,4 procentpunt opwaarts aangepast. Dat komt doordat de productiecijfers van de industrie, de bouw en de zorg hoger zijn dan eerder geraamd. Hierdoor is minder uit voorraden geleverd en zijn de investeringen en de overheidsconsumptie hoger. 

Kwartaal-op-kwartaalgroei 1,2 procent

Het volume van het BBP was in het tweede kwartaal 1,2 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2006. Bij de eerste raming was dat 1,0 procent. De kwartaal-op-kwartaalgroei van 1,2 procent in het tweede kwartaal is de hoogste in meer dan twee jaar. 

Toename groei in alle bestedingscategorieën

De economische groei van 2,8 procent in het tweede kwartaal van 2006 is vrijwel gelijk aan die in het eerste kwartaal. In vergelijking met 2005 betekent het echter bijna een verdubbeling van de groei. De groeiversnelling is het grootst bij de consumptie van huishoudens. Vooral hun uitgaven aan duurzame consumptiegoederen namen sterk toe.

De groeiversnelling bij de export heeft betrekking op de uitvoer van Nederlands product. Toch is de groei van de wederuitvoer nog altijd veel hoger dan die van Nederlands product. De invoer groeide even sterk als de uitvoer. Dat komt niet alleen door de wederuitvoer, maar voor een belangrijk deel ook door de aantrekkende binnenlandse bestedingen en productie.

Het bedrijfsleven investeert steeds meer in machines, computers en vrachtauto’s. Ook in woningen is meer geïnvesteerd. De zorg is verantwoordelijk voor de extra overheidsconsumptie. 

Productiegroei vooral bij de commerciële dienstverleners

In het tweede kwartaal nam de productie bijna overal toe, maar het meest bij de commerciële dienstverleners. Toppers zijn de uitzendbranche, de groothandel en het bankwezen. De detailhandel profiteerde van de sterk toegenomen kooplust van de consumenten. De goederenproducenten droegen minder bij. Dit komt deels door het effect van een werkdag minder.

De productiegroei in de industrie en de bouwnijverheid was positief, maar bescheiden. In de industrie was vooral de productie van de chemie en de metaal hoger. De productie van de energiesector was lager, omdat er minder elektriciteit werd opgewekt en minder aardgas gewonnen. In de niet-commerciële dienstverlening kwam de groei hoofdzakelijk voor rekening van de zorgsector.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.