Steeds meer vrouwen financieel onafhankelijk

Tussen 2000 en 2004 is het aandeel financieel onafhankelijke vrouwen toegenomen  Bij mannen is dit aandeel juist gedaald.

Meer mannen dan vrouwen financieel onafhankelijk

In 2004 telde Nederland bijna 11 miljoen mensen in de leeftijd van 15 tot 65 jaar. Van hen was ruim 60 procent financieel onafhankelijk: hun netto jaarinkomen lag op 10 300 euro of hoger. Van de vrouwen was 44 procent financieel onafhankelijk, van de mannen 76 procent.

Aandeel financieel onafhankelijke mannen en vrouwen

Aantal financieel onafhankelijke mannen en vrouwen

Kloof tussen mannen en vrouwen wordt iets kleiner

Het aandeel financieel onafhankelijke vrouwen is tussen 2000 en 2004 gestegen van 40 naar 44 procent. Bij de mannen was sprake van een daling van 78 naar 76 procent.
De toenemende arbeidsdeelname van vrouwen is een verklaring voor de stijging van het relatieve aantal financieel onafhankelijke vrouwen. De daling bij mannen wordt mede veroorzaakt door de toename van het aantal mannen dat in de periode 2000–2004 een werkloosheidsuitkering heeft gekregen.

Rolpatronen

Verschillen in financiële onafhankelijkheid ontstaan al vroeg in de arbeidslevens van mannen en vrouwen. Op 30-jarige leeftijd zijn negen op de tien mannen en zes op de tien vrouwen financieel onafhankelijk. Op 60-jarige leeftijd is nog steeds 90 procent van de mannen financieel onafhankelijk. Bij vrouwen zet kort na het 25e jaar een daling in die aanhoudt tot ze ongeveer 40 jaar zijn. Vanaf dat moment stijgt het aandeel licht tot ongeveer 45-jarige leeftijd.
Traditionele rolpatronen verklaren mede dit verschil in de ontwikkeling van financiële onafhankelijkheid. Zo gaan vrouwen al voor hun dertigste minder werken of stoppen met werken vanwege de zorg voor jonge kinderen, terwijl het merendeel van de mannen blijft werken.

Aandeel financieel onafhankelijke mannen en vrouwen naar leeftijd, 2000/2004

Aantal financieel onafhankelijke mannen en vrouwen naar leeftijd, 2000/2004

Financiële onafhankelijkheid lager onder ouderen

Vanaf 50-jarige leeftijd zijn steeds meer mensen afhankelijk van een uitkering. Mannen vallen daarbij echter vaak terug op een uitkering waarvan de hoogte gebaseerd is op hun relatief hoge inkomen uit vroegere arbeid. Daardoor blijft het aandeel financieel onafhankelijke mannen ook op latere leeftijd hoog.
Vrouwen hebben doorgaans een minder hoge uitkering opgebouwd. Bovendien hebben steeds meer vrouwen boven 50 jaar in het geheel geen inkomen. Van de 60-64-jarige vrouwen is daardoor nog maar een kwart financieel onafhankelijk.

Wim Bos

Bron: Bevolking naar inkomenspositie 2000-2004