Steeds meer hoogopgeleide 55-plussers

Het aantal hoogopgeleiden in de leeftijdsklasse 55-65 jaar neemt sneller toe dan het aantal hoogopgeleide jongeren. Dit komt door de vergrijzing.

Steeds meer hoogopgeleiden

In 2005 waren er 2,7 miljoen hoogopgeleiden van 15 tot 65 jaar. In 1996 waren dat er nog maar 2,1 miljoen. In 2005 was ongeveer 80 procent van de hoogopgeleiden tussen de 25 en 55 jaar en zo’n 16 procent tussen de 55 en 65 jaar. In 1996 maakte de laatstgenoemde groep nog maar 11 procent van de hoogopgeleiden uit.

Hoogopgeleiden

Hoogopgeleiden

Hoogopgeleiden vaker grijs

Tegenwoordig gaan relatief meer jongeren studeren dan vroeger. Zo is het aantal hoogopgeleiden van 25 tot 35 jaar is tussen 1996 en 2005 met 15 procent toegenomen, terwijl de totale bevolking in deze leeftijdsklasse met 18 procent is verminderd. Toch is het aantal hoogopgeleide 55-plussers door de vergrijzing in de periode 1996-2005 veel sterker toegenomen dan het aantal hoogopgeleiden tussen 25 en 35 jaar. Dit betekent dat een toenemend deel van de kennis is opgeslagen in ‘grijze koppen’.

Netto arbeidsparticipatie

Netto arbeidsparticipatie

Kennis wordt meer ingezet

In 2005 waren meer hoogopgeleiden aan het werk dan tien jaar geleden. Daarnaast werkten hoogopgeleiden vaker dan de niet-hoogopgeleiden. Van de totale potentiële beroepsbevolking werkte 63 procent, tegen 81 procent van de hoogopgeleiden. Ook bij de ouderen waren er in 2005 nog veel hoogopgeleiden aan de slag. Zo werkte 56 procent van de hoogopgeleide 55- tot 65-jarigen, terwijl maar 40 procent van de totale bevolking van die leeftijd werkzaam was.

Martje Roessingh