Inflatie stijgt naar 1,2 procent in april

De inflatie kwam in april 2006 uit op 1,2 procent. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in maart. Na drie maanden van dalingen is er nu weer een stijging. De inflatie wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.

De stijging van de inflatie is vooral veroorzaakt door de prijsontwikkeling van verse groenten en benzine. Ook de prijsstijging van dameskleding had een inflatieverhogend effect. De lagere kosten voor het aan- en verkopen van effecten hadden daarentegen een drukkende werking op het inflatiecijfer.

Aan de 1,2 procent inflatie in april droegen de in het afgelopen jaar gestegen kosten voor huisvesting, water en energie 0,8 procentpunt bij. Vervoer droeg 0,5 procentpunt bij aan de inflatie. Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten hadden echter een negatief effect van 0,5 procentpunt. Dit komt vooral door het afschaffen van het gebruikersdeel van de OZB per 1 januari 2006.

Voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie worden aparte geharmoniseerde indices berekend. Volgens deze methode was de Nederlandse inflatie in april 1,8 procent. Dit is 0,4 procentpunt hoger dan in maart. Nederland behoort tot de landen met de laagste inflatie in de eurozone.

In de eurozone was de inflatie in maart 2,2 procent. Eurostat, het Europese statistische bureau, verwacht voor april een inflatie in de eurozone van 2,4 procent. De inflatieontwikkeling in de eurozone wordt nader beschreven op de rentepagina van het Conjunctuurbericht.

Inflatie

Inflatie