Universiteiten staan er financieel wat  beter voor

In 2004 sloten de universiteiten hun jaarrekening af met een positief exploitatieresultaat van 45 miljoen euro. Dit is 29 miljoen euro meer dan in 2003.
Na een jarenlange verslechtering is vanaf 2002 een verbetering zichtbaar in het gezamenlijke exploitatieresultaat.

Exploitatieresultaat van universiteiten

Exploitatieresultaat van universiteiten, 1998–2004

Overheidsbijdragen omlaag, contractinkomsten omhoog

De belangrijkste bron van inkomsten voor universiteiten zijn overheidsbijdragen. Het aandeel hiervan in de totale baten is geleidelijk afgenomen van bijna 71 procent in 1998 tot bijna 67 procent in 2004. Baten uit werk in opdracht van derden zijn een belangrijker bron van inkomsten geworden. Het aandeel hiervan in de totale baten is toegenomen van 16 procent in 1998 tot bijna 19 procent in 2004. Bij werk in opdracht van derden gaat het voor twee derde om contractonderzoek, waar in 2004 747 miljoen euro mee gemoeid was. Het aandeel van collegegelden is met 6 procent bescheiden.
In 2004 bedroegen de totale lasten op de exploitatierekening van de gezamenlijke universiteiten 4,9 miljard euro.

Baten van universiteiten naar inkomstenbron, 2004

Baten van universiteiten naar inkomstenbron, 2004

Lager aandeel onderwijsuitgaven voor universiteiten

In 2004 was 14 procent van de publieke uitgaven aan onderwijsinstellingen  bestemd voor universiteiten. In 1995 was dit aandeel nog 17 procent. Vanaf 1995 daalt dit aandeel jaarlijks. In het hoger beroepsonderwijs daalt dit aandeel iets minder hard, van 9 procent (1995) naar 8 procent (2004). Daar staat tegenover dat er relatief meer middelen naar het primair onderwijs zijn gegaan. In 2004 was het aandeel van de publieke middelen voor het primaire onderwijs 39 procent, in 1995 was het nog 34 procent.

Aandeel publieke uitgaven naar onderwijssoort, 2004

Aandeel publieke uitgaven naar onderwijssoort, 2004

Daling aandeel universiteiten in totale rijksuitgaven

De totale rijksbijdragen voor onderwijs en onderzoek aan universiteiten zijn in de periode 1998–2004 reëel met 12 procent toegenomen. In diezelfde periode steeg het aantal studenten met meer dan 20 procent. In 2004 bedroegen de rijksbijdragen aan universiteiten als percentage van de totale rijksuitgaven 2,7 procent. In 1998 was dat 2,8 procent.

Jan Ramaker