Inflatie daalt naar 1,3 procent in januari

De inflatie kwam in januari 2006 uit op 1,3 procent. Dat is een forse daling ten opzichte van december, toen de inflatie 2,0 procent bedroeg. De inflatie wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.

De daling van de inflatie is voor een groot deel toe te schrijven aan de afschaffing van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting. Deze maatregel droeg voor bijna 0,5 procentpunt bij aan de daling. Ook de ouderlijke bijdrage aan de kosten van kinderopvang verminderde. Dit droeg voor ongeveer 0,2 procentpunt bij aan de daling van de inflatie.

Naast de bovengenoemde overheidsmaatregelen had ook de ontwikkeling van de energieprijzen een drukkend effect op de inflatie. Zoals gebruikelijk in januari stegen de tarieven voor gas en elektriciteit weer flink ten opzichte van de voorgaande maand. In januari van dit jaar was de tariefverhoging echter kleiner dan in januari 2005.

Voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie worden aparte geharmoniseerde indices berekend. Hierin wordt de onroerendezaakbelasting niet meegeteld. Gemeten volgens deze geharmoniseerde methode kwam de inflatie in Nederland in januari 2006 uit op 1,8 procent. In december was dit nog 2,0 procent. In de eurozone steeg de inflatie in januari met 0,2 procentpunt naar 2,4 procent. De inflatieontwikkeling in de eurozone wordt nader beschreven op de rentepagina van het Conjunctuurbericht.

Bijna zes op de tien consumenten vindt dat de prijzen in de afgelopen twaalf maanden sterk of matig gestegen zijn. Het aandeel consumenten dat in de komende twaalf maanden een gelijke of sterkere prijsstijging verwacht, is de laatste maanden wat groter geworden en kwam uit op 56 procent. Dit komt naar voren uit de vragen naar houdingen en verwachtingen van consumenten in het Consumenten Conjunctuuronderzoek.

Inflatie

Inflatie