Banenverlies licht teruggelopen

In het eerste kwartaal van 2005 waren er 75 duizend banen van werknemers minder dan een jaar eerder. Voor seizoen gecorrigeerd is het aantal banen in het eerste kwartaal 21 duizend lager dan in het vierde kwartaal van 2004. De loonkosten per werknemer zijn 3,0 procent hoger dan een jaar eerder, vooral door hogere pensioenpremies. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De Nationale rekeningen waartoe ook de Arbeidsrekeningen behoren, zijn gereviseerd. Verder zijn zoals elk jaar de cijfers over banen, arbeidsvolume en loonkosten van de voorgaande jaren aangepast op basis van meer en betere informatie. Het aantal banen komt meer dan 100 duizend hoger uit, de ontwikkelingen zijn nagenoeg onveranderd.

Banenverlies in bedrijfsleven wordt langzaam kleiner

In het bedrijfsleven waren er in het eerste kwartaal van dit jaar 81 duizend banen minder dan een jaar eerder. Dat is een daling van 1,5 procent. Eind 2003 bereikte het banenverlies in het bedrijfsleven een dieptepunt met een afname van 159 duizend banen. In de zakelijke dienstverlening was het aantal banen in het eerste kwartaal zelfs al weer hoger dan een jaar geleden. In de rest van het bedrijfsleven nam het aantal banen echter nog steeds af. De daling was met 4,7 procent relatief het grootst in de bouwnijverheid. De industrie telde 3,1 procent minder banen.

In de zorg komen er veel minder banen bij

In de gezondheids- en welzijnszorg waren er in het eerste kwartaal van dit jaar 18 duizend banen meer dan een jaar eerder. Deze stijging blijft ver achter bij die in het recente verleden. In de voorgaande drie jaar zijn er in totaal 145 duizend banen bijgekomen in de zorg. In het onderwijs zijn er evenveel banen als vorig jaar. Deze stabilisatie komt na negen jaar banengroei. Bij het openbaar bestuur daalt het aantal banen al meer dan een jaar. Er waren 12 duizend banen minder dan in het eerste kwartaal van 2004.

Ook kwartaal op kwartaal daalt het aantal banen

In het eerste kwartaal van 2005 waren er, na seizoencorrectie, 21 duizend banen minder dan in het vierde kwartaal van 2004. Deze daling is iets groter dan in het voorgaande kwartaal. Oorzaak is de steeds zwakker wordende werkgelegenheidsgroei in de collectieve sector.

De enige echte groeier is de zakelijke dienstverlening. Daar groeit het aantal banen na de omslag medio 2004 steeds sneller. Dit komt vooral door het verder aantrekken van de werkgelegenheid in de uitzendbranche. Maar ook in een aantal andere delen van de zakelijke dienstverlening zoals reclamebureaus en ICT daalt de werkgelegenheid niet meer. De snelle groei van uitzendwerk is een signaal dat er extra vraag naar arbeid is. Werkgevers doen hiervoor in eerste instantie een beroep op uitzendbureaus.

Ook in voltijdbanen daalt de werkgelegenheid minder

In het eerste kwartaal van 2005 was de werkgelegenheid in arbeidsjaren (voltijdbanen) 1,3 procent lager dan een jaar eerder. Ook in arbeidsjaren uitgedrukt liep de werkgelegenheid iets minder snel terug. Wel is het verlies aan werkgelegenheid in arbeidsjaren relatief iets groter dan in banen, waarvan er 1,0 procent minder waren. Dit komt doordat de bedrijfstakken met veel deeltijdwerk zoals de zorg en de zakelijke dienstverlening het beter doen dan de bedrijfstakken met weinig deeltijdwerk zoals de bouw en de industrie.

Loonkosten stijgen door hogere pensioenpremies

De loonkosten per arbeidsjaar waren in het eerste kwartaal van dit jaar 3,0 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Deze stijging is flink hoger dan de tot 0,7 procent teruggelopen CAO-loonstijging. Het grote verschil wordt vooral gemaakt door de fors verhoogde pensioenpremies. In het onderwijs was de loonkostenstijging met 2,0 procent het laagst en in de bouwnijverheid met 4,3 procent het hoogst. 

Arbeidsrekeningen gereviseerd

De Nationale rekeningen waartoe ook de Arbeidsrekeningen behoren, zijn over de jaren 2001 tot en met 2004 gereviseerd. Er zijn conceptuele veranderingen doorgevoerd, nieuwe meetmethoden ingevoerd en verbeterde bronstatistieken toegepast. Verder zijn de jaarlijkse aanpassingen van de jaarcijfers doorgevoerd. Er zijn dus twee bronnen van verschillen tussen de jaarcijfers voor revisie en de cijfers na revisie.

Mutatie werkgelegenheid 2002-2004 nagenoeg onveranderd

Voor het revisiejaar 2001 komt het aantal banen van werknemers 135 duizend hoger uit, het aantal arbeidsjaren 105 duizend. Voor de jaren 2002, 2003 en 2004 zijn de mutaties in de werkgelegenheid na revisie nauwelijks anders dan voor revisie. De loonkostenstijging per arbeidsjaar valt echter voor 2004 duidelijk hoger uit, vooral vanwege recente informatie over de pensioenpremies.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.