Banenverlies lager

In het vierde kwartaal van 2004 waren er 92 duizend banen van werknemers minder dan in het vierde kwartaal van 2003. Daarmee ligt het banenverlies voor het eerst sinds een jaar weer beneden de honderdduizend. De loonkosten per werknemer zijn 2,4 procent hoger dan een jaar eerder. Over heel 2004 was de loonkostenstijging de laagste sinds 1997. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Voor seizoen gecorrigeerd is het aantal banen in het vierde kwartaal 15 duizend lager dan in het derde kwartaal van 2004. Wel valt opnieuw een duidelijke groei aan te wijzen van het aantal banen in de zakelijke dienstverlening, vooral door meer uitzendwerk.

Banenverlies in bedrijfsleven wordt steeds kleiner

In het bedrijfsleven waren er in het vierde kwartaal van vorig jaar 98 duizend banen minder dan een jaar eerder. Dat is een daling van 1,8 procent. In het eerste kwartaal van 2004 bedroeg de daling nog 153 duizend banen. Het aantal banen is in de zakelijke dienstverlening al weer hoger dan een jaar geleden. In de financiële dienstverlening zijn er nauwelijks minder banen dan een jaar eerder. In de bouwnijverheid, de industrie en de handel daarentegen blijft het aantal banen vrijwel onverminderd teruglopen.
De daling was met 4,9 procent relatief het grootst in de bouwnijverheid. De industrie telde 3,3 procent minder banen, de handel 2,4 procent.

Groei uitzendwerk zet door in het vierde kwartaal

In het vierde kwartaal van 2004 waren er, na seizoencorrectie, 15 duizend banen minder dan in het derde kwartaal. Deze daling is iets minder groot dan in het voorgaande kwartaal.
In de zakelijke dienstverlening groeit het aantal banen al sinds de omslag medio 2004. Dit komt vooral door het verder aantrekken van de werkgelegenheid in de uitzendbranche. Het is een signaal dat in een aantal bedrijven het economisch herstel leidt tot extra vraag naar arbeid. Werkgevers voorzien in deze vraag in eerste instantie door een beroep te doen op uitzendbureaus.

Snel oplopend banenverlies bij de overheid

Bij het openbaar bestuur waren in het vierde kwartaal van vorig jaar 11 duizend banen minder dan een jaar eerder. Begin 2004 was aan de jarenlange stijging van het aantal banen een einde gekomen. Sindsdien gaan ieder kwartaal banen verloren. In het onderwijs waren er in het vierde kwartaal evenveel banen als een jaar eerder. Ook hier lijkt na negen jaar de banengroei ten einde. In de gezondheids- en welzijnszorg is het aantal banen nog wel met 17 duizend gestegen, maar deze stijging blijft ver achter bij die in het recente verleden.

Ook in voltijdbanen daalt de werkgelegenheid minder

In het vierde kwartaal van 2004 is de werkgelegenheid in arbeidsjaren (voltijdbanen) 1,5 procent lager dan een jaar eerder. Ook in arbeidsjaren uitgedrukt loopt de werkgelegenheid iets minder snel terug. Wel is het verlies aan werkgelegenheid relatief iets groter dan in banen (1,2 procent). Dit komt doordat de bedrijfstakken met veel deeltijdwerk zoals de zorg en de zakelijke dienstverlening het beter doen dan de bedrijfstakken met weinig deeltijdwerk zoals de bouw en de industrie.
Na enige jaren van stagnatie is de arbeidsproductiviteit sterk gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de aanhoudende daling van het arbeidsvolume en het bescheiden herstel van de productie.

Laagste loonkostenstijging sinds 1997

De loonkosten per arbeidsjaar waren in het vierde kwartaal 2,4 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2003. Gemiddeld waren de loonkosten in 2004 daarmee 2,3 procent hoger dan in 2003. Deze stijging is veel minder dan in 2002 en 2003, toen de loonkosten nog met respectievelijk 6,2 en 3,9 procent stegen. Het is de laagste loonkostenstijging sinds 1997. Belangrijkste oorzaak is de gematigde CAO-loonstijging. In 2004 stegen de CAO-lonen met 1,3 procent, tegen gemiddeld 3,7 enn 2,8 procent in 2002 en 2003.
Het verschil in de loonkostenstijging tussen bedrijfstakken is in 2004 vrij beperkt. In de horeca was de loonkostenstijging met 1,1 procent het laagst en bij de financiële instellingen met 3,3 procent het hoogst.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.