2050: meer alleenstaanden, minder paren

Tussen 2005 en 2035 zal het aantal huishoudens toenemen van 7,1 miljoen naar 8,2 miljoen. Daarna zal het aantal huishoudens licht dalen, tot 8,1 miljoen in 2050.

Aantal huishoudens

Aantal huishoudens

Gemiddeld kleinere huishoudens

De groei van het aantal huishoudens zal zich vooral voordoen bij alleenstaanden. Om die reden daalt de gemiddelde huishoudengrootte van 2,3 in 2005 tot 2,1 in 2035. Dit blijkt uit de nieuwe Huishoudensprognose van het CBS.

Huishoudens naar type

Huishoudens naar type

Forse toename aantal alleenstaanden

Tot 2035 komen er bijna 1 miljoen alleenstaanden bij, vrijwel evenveel mannen als vrouwen. Nadien blijft het aantal alleenstaanden staan op 3,5 miljoen.

Voor de toename van het aantal alleenstaanden zijn diverse verklaringen. De eerste is dat jongeren vaker een tijdje op zichzelf blijven wonen, terwijl ook ouderen langer zelfstandig blijven wonen.

Bovendien leidt de verwachte stijging van het aantal ongehuwd samenwonenden op den duur tot meer alleenstaanden. Samenwoonrelaties worden namelijk vaker verbroken dan relaties van gehuwde stellen.

De vergrijzing is de derde belangrijke oorzaak van de toekomstige groei van het aantal alleenstaanden. Zo zal het aantal alleenstaanden van 75 jaar of ouder verdubbelen van 450 duizend in 2005 tot 920 duizend in 2050.

Paren naar kindertal

Paren naar kindertal

Minder paren met kinderen

Het aantal paren zal dalen van 4,1 miljoen in 2005 naar 3,9 miljoen in 2050. Het betreft vooral paren met kinderen. Het aantal paren zonder kinderen in het huishouden neemt tussen 2005 en 2050 juist toe van 2,0 miljoen naar 2,1 miljoen. Dat betekent dat 54 procent van de paren in 2050 geen kind in huis heeft. Momenteel is dat percentage 49.

Eenouders naar kindertal

Eenouders naar kindertal

Meer eenoudergezinnen

De komende decennia zal een forse toename te zien geven van het aantal eenouders. In 2050 zullen er 700 duizend eenoudergezinnen zijn, 250 duizend meer dan in 2005. Eenoudergezinnen met één kind komen het meest voor. Dit komt onder meer doordat scheidingen vaker plaatsvinden onder paren met één kind dan onder paren die al twee of meer kinderen hebben.

Han Nicolaas

Bron: StatLine