Slachtofferhulp: vaak bij geweld

Slachtofferhulp Nederland verleende in 2003 hulp aan bijna 85 duizend slachtoffers en direct betrokkenen van een misdrijf of verkeersongeluk.

Ruim 85 procent van de hulp werd aan de slachtoffers besteed. Getuigen, betrokkenen en nabestaanden konden rekenen op 12 procent en daders 2 procent.

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie

Bijna 38 procent van de personen die hulp kregen was slachtoffer van een geweldsdelict, een kwart was verkeersslachtoffer en eveneens een kwart was getroffen door diefstal, inbraak of een ander vermogensmisdrijf.

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie en geslacht

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie en geslacht

Jonge mannen: vaker hulp bij geweldsmisdrijven

Mannen meldden zich meestal (in 38 procent van de gevallen) als gevolg van geweldsmisdrijven bij het bureau Slachtofferhulp. Ook werden zij vaak (29 procent) geholpen bij verkeersongevallen.

Van de mannelijke slachtoffers in de leeftijd jonger dan 20 jaar, kwam tweederde voor een geweldsmisdrijf. Zij zijn volgens de slachtofferenquêtes ook de grootste risicogroep. Ruim de helft van de mannelijke slachtoffers van 65 jaar en ouder kreeg hulp bij de afhandeling van een vermogensmisdrijf.

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie en leeftijd, 2003

Slachtofferhulp naar misdrijfcategorie en leeftijd, 2003

Jonge vrouwen: vaker slachtoffer van zedenmisdrijven

Vrouwen werden vaker dan mannen geholpen door de georganiseerde slachtofferhulp. De helft van de vrouwelijke slachtoffers onder de 50 die het bureau Slachtofferhulp bezocht, deed dat als gevolg van een geweldsmisdrijf.

Van de vrouwelijke slachtoffers van zedenmisdrijven was ruim 40 procent jonger dan 20 jaar. Van de vrouwen boven de 65 jaar was bijna tweederde slachtoffer van een vermogensmisdrijf.

Vaker contact en doorverwijzing

Slachtoffers van huiselijk geweld weten steeds vaker contact te zoeken met Slachtofferhulp: van 1 450 in 2001 tot 4 300 in 2003. In 2003 waren het vooral vrouwen (86 procent) die om hulp vroegen. Het ging dan vaak om gevallen van fysiek geweld met of zonder letsel, verkrachting en aanranding.

De politie speelt nog steeds een grote rol in de verwijzing naar een bureau voor slachtofferhulp bij personen die aangifte kwamen doen van een misdrijf. Ruim driekwart van alle personen die hulp kregen, kwam via de politie in contact met het bureau; 15 procent kwam op eigen initiatief.

Bijna 5 duizend slachtoffers waren door de bureaus doorverwezen naar professionele hulpverleningsinstanties zoals maatschappelijk werk, advocatuur en huisarts.

Marcelle van Zee

Bron: StatLine:

  • Bureaus slachtofferhulp: hulpverleningen naar geslacht, leeftijd en delict
  • Bureaus Slachtofferhulp: aard van de hulpverlening