Een op de drie Nederlanders overlijdt in ziekenhuis

In 2003 overleden in Nederland bijna 142 duizend personen. Van hen overleed ongeveer een derde in het ziekenhuis. Ruim een kwart overleed thuis, een vijfde stierf in een verpleeghuis.

Overledenen naar leeftijd en plaats van overlijden, 2003

Overledenen naar leeftijd en plaats van overlijden, 2003

Twee van de drie jongeren overlijden in ziekenhuis

De jongeren die in 2003 zijn overleden, stierven relatief vaak in het ziekenhuis. Dat was bij twee van de drie overleden jongeren tot 20 jaar het geval. Het merendeel van de ongeveer duizend pasgeborenen die in 2003 zijn overleden, sterft in het ziekenhuis aan een aandoening die rond de geboorte is ontstaan of aan een aangeboren aandoening.

Bijna de helft van de jongeren (1-19 jaar) overlijdt in het ziekenhuis. Van hen overlijdt een op de drie door een niet-natuurlijke doodsoorzaak, zoals een verkeersongeval.

Kankerpatiënten sterven relatief vaak thuis

Drie van de vier overledenen van 20–79 jaar overlijden in het ziekenhuis of thuis. De plaats van overlijden hangt samen met de doodsoorzaak. De kankerpatiënten uit deze leeftijdsgroep overlijden vaker dan gemiddeld thuis, terwijl personen die aan longziekten lijden juist vaak in het ziekenhuis overlijden.

Overledenen van 20–79 jaar naar doodsoorzaak en plaats van overlijden, 2003

Overledenen van 20–79 jaar naar doodsoorzaak en plaats van overlijden, 2003

80-plussers overlijden in verpleeg- en verzorgingshuis

De helft van de 80-plussers overlijdt in een verpleeg- of verzorgingshuis, een kwart overlijdt in het ziekenhuis.

Van de 20 duizend 80-plussers die overlijden in een verpleeghuis sterft bijna 30 procent aan een hart- en vaatziekte. Psychische stoornissen zijn de tweede doodsoorzaak in verpleeghuizen. Hieraan overlijdt 20 procent van de 80-plussers. Het gaat vooral om mensen die dement waren.

Binnen de verzorgingshuizen overlijdt 40 procent aan hart- en vaatziekten, gevolgd door kanker met 15 procent van de sterfte. Psychische stoornissen spelen bij het overlijden hier geen grote rol.

Ingeborg Deerenberg

Bron: StatLine