Aantal verkeersdoden stijgt licht in 2003

In 2003 zijn 1 088 mensen om het leven gekomen in het verkeer. In 2002 waren dit er 1 066. De zomermaanden van 2003 lieten een aanzienlijke stijging van het aantal verkeersdoden zien, maar in het laatste kwartaal was juist sprake van een daling. Het aantal verongelukte kinderen nam in 2003 toe. Dit kwam vooral doordat meer kinderen omkwamen die in een auto zaten. Het totale aantal verkeersdoden onder inzittenden van personenauto’s nam daarentegen in 2003 verder af. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Einde aan daling

In 2003 is het aantal verkeersdoden met 2 procent toegenomen, van 1 066 in 2002 naar 1 088. In de periode 1999-2002 daalde het aantal verkeersdoden met ruim honderd, van 1 186 naar 1 066. Aan die daling is in 2003 een einde gekomen.
Begin jaren zeventig kwamen jaarlijks meer dan 3 duizend mensen om in het verkeer. Sindsdien is het aantal verkeersdoden fors gedaald tot rond de 1 100. Overigens valt nog niet te zeggen of door de stijging in 2003 een eind is gekomen aan de dalende langetermijntrend. Het kwam al eerder voor dat na een jaar van stijging weer een verdere daling volgde.

Stijging in zomer, daling in najaar

Half maart verschenen in de media berichten over een relatief grote stijging van het aantal verkeersdoden in Nederland op basis van berekeningen van de Europese Commissie over de eerste negen maanden van 2003. In de eerste negen maanden van 2003 was het aantal verkeersdoden 5 procent hoger dan in dezelfde periode van 2002. Vooral in de zomermaanden lag het aantal verkeersdoden hoog. In de maanden juni, juli en augustus 2003 overleden 15 procent meer mensen in het verkeer dan in dezelfde periode in 2002. Daarentegen liet het laatste kwartaal van 2003 juist een daling zien, met 8 procent. Hierdoor is het jaartotaal minder sterk gestegen dan het cijfer voor de eerste negen maanden.

Meer kinderen slachtoffer

In 2003 overleden 64 kinderen van jonger dan 15 jaar in het verkeer. In 2002 waren dit er 41. Hiermee is een eind gekomen aan de sterke daling in de voorafgaande jaren (van 83 in 1999 naar 41 in 2002). De stijging in 2003 deed zich vooral voor bij kinderen die in een personen- of bestelauto zaten, van 4 naar 21. Het aantal kinderen dat als fietser of voetganger verongelukte, veranderde nauwelijks.

Minder inzittenden van auto’s verongelukt

Bijna de helft van de dodelijke verkeersslachtoffers was bestuurder of passagier van een personenauto. De dalende langetermijntrend heeft zich in 2003 voortgezet. Ruim vijf jaar geleden kwamen jaarlijks rond 600 inzittenden van een auto om het leven. De afgelopen drie jaar fluctueerde het aantal rond de 500. In 2003 waren het er 496. De meeste verongelukte inzittenden van auto’s zijn tussen 18 en 30 jaar.

Meer fietsers verongelukt

In 2003 kwamen 219 fietsers om het leven. Dit waren er 24 meer dan in 2002. Overigens betekent de stijging niet dat het cijfer voor 2003 opvallend hoog is. Het is eerder zo dat het cijfer voor 2002 opvallend laag was. De stijging in 2003 deed zich vooral voor bij vijftigplussers. In 2003 verongelukten 149 fietsers van boven de vijftig, tegen 109 in 2002. Het aantal verongelukte fietsers onder jongeren daalde daarentegen. In 2003 kwamen 45 fietsers van jonger dan dertig om het leven, tegen 57 in 2002.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.