Bijna een kwart voelt zich onveilig

In 2003 gaf bijna een kwart van de bevolking van 12 jaar en ouder aan zich wel eens onveilig te voelen. Sinds 2000 steeg het aandeel dat zich wel eens onveilig voelt. Deze ontwikkeling is in 2003 tot stilstand gekomen.

Onveiligheidsgevoelens

Onveiligheidsgevoelens

Minder mensen bang alleen thuis

Ook in concrete situaties voelden minder mensen zich onveilig. In 2003 gaf 18 procent aan ’s avonds alleen thuis wel eens bang te zijn. In 1999 was dit nog 21 procent.

Drie van de tien kenden in 2003 plekken in de buurt waar zij ’s avonds liever niet komen. Dit aandeel is licht gedaald sinds 1999.

Angst om ’s avonds de deur open te doen

Bijna zes van de tien personen gaven in 2003 aan ‘s avonds niet zonder meer de deur open te doen als er wordt aangebeld. Zo’n 15 procent paste het uitgaansgedrag aan om te voorkomen dat hen iets overkomt. Bijna 6 procent achtte de kans op een inbraak in hun woning groot. Deze aandelen zijn de laatste jaren nauwelijks veranderd.

Onveiligheidsgevoelens naar geslacht, 2003

Onveiligheidsgevoelens naar geslacht, 2003

Meer vrouwen dan mannen voelen zich onveilig

In 2003 voelden drie van de tien vrouwen zich in het algemeen wel eens onveilig, tegen twee van de tien mannen.

In concrete situaties waren de verschillen in beleving tussen mannen en vrouwen groter. Zo gaf 30 procent van de vrouwen aan wel eens bang alleen thuis te zijn. Van de mannen was dit slechts 4 procent. Verder zou driekwart van de vrouwen ‘s avonds als er wordt aangebeld de deur niet opendoen. Vier van de tien mannen zou dit niet doen. Ruim 40 procent van de vrouwen kende onveilige plekken in de buurt, tegen 16 procent van de mannen.

Onveiligheidsgevoelens naar leeftijd, 2003

Onveiligheidsgevoelens naar leeftijd, 2003

Vooral jongeren en ouderen voelen zich onveilig

Van de jongeren van 12 tot en met 24 jaar voelde 29 procent zich wel eens onveilig in 2003. Dit aandeel neemt af in de oudere leeftijdscategorieën.

Ook in enkele concrete situaties kwamen onveiligheidsgevoelens vaak voor in de jongste leeftijdsgroep. Van de jongeren gaf 27 procent aan wel eens bang alleen thuis te zijn. Ruim 60 procent zou ’s avonds de deur niet zonder meer open doen. Bijna 40 procent kende onveilige plekken in de buurt en 15 procent heeft het uitgaansgedrag aangepast.

Ook vijfenzestigplussers hadden in bepaalde situaties meer last van gevoelens van onveiligheid. Ruim 80 procent was ’s avonds bang zonder meer de deur te openen, eenderde kende onveilige plekken in de buurt en een kwart paste het uitgaansgedrag aan.

Harry Huys

Bron: StatLine