Weer ruim 4 duizend boerenbedrijven minder

Het aantal land- en tuinbouwbedrijven is tussen 1 april 2002 en 1 april 2003 met ruim 4 duizend verminderd. Gemiddeld stopten in die periode elf agrarische bedrijven per dag hun bedrijfsvoering. Deze afname sluit aan op de trend over een langere periode. Al ligt dit tempo de laatste vier jaar hoger dan in de jaren negentig.

Land- en tuinbouwbedrijven, 1988-2003

Land- en tuinbouwbedrijven, 1988-2003

Veel minder bedrijven met varkens

In de laatste vijftien jaar verminderde het aantal landbouwbedrijven met ruim 44 duizend. Hiermee is een van de drie boerenbedrijven gestopt.

De afname van het aantal bedrijven met varkens was relatief groot. In 1988 waren er nog bijna 33 duizend bedrijven met varkens. Dit zijn er vijftien jaar later nog ruim 10 duizend. Het aantal bedrijven met melkkoeien verminderde in diezelfde periode met 50 procent tot 25 duizend. Het aantal tuinbouwbedrijven met kassen loopt minder snel terug. Hiervan waren er in 1988 nog een kleine 15 duizend. Dit is in 2003 gedaald tot bijna 9 500, een vermindering van ongeveer 36 procent.

Bedrijven met varkens, melkkoeien en kassen

Bedrijven met varkens, melkkoeien en kassen

Bedrijven steeds groter

De afname van het aantal bedrijven gaat gepaard met een toename van de gemiddelde bedrijfsoppervlakte. Tussen 2002 en 2003 nam dit met ongeveer 0,7 ha toe tot een gemiddelde oppervlakte van 22,5 hectare. Vanaf 1988 is de gemiddelde bedrijfsomvang met 7 hectare toegenomen.

Deze schaalvergroting is ook zichtbaar in de toename van het aantal dieren per bedrijf. Het aantal melkkoeien per bedrijf is sinds 1988 met 20 gestegen tot 59 dieren in 2003.

Schaalvergroting per landbouwactiviteit, 1988-2003

Schaalvergroting per landbouwactiviteit, 1988-2003

De toename van de gemiddelde bedrijfsomvang compenseert voor de meeste sectoren het grootste deel van de afname van het aantal bedrijven. Zo is sinds 1988 de totale oppervlakte landbouwgrond slechts met 4 procent afgenomen, ondanks een afname van het aantal bedrijven met 34 procent.

Sjoerd Hiethaar

Bron: StatLine