Niet-westerse allochtonen hebben vaker gesubsidieerde baan

Eind 2002 namen 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerde arbeid. Hiervan hadden er 97 duizend een WSW-baan, 53 duizend een ID-baan en 28 duizend een WIW-dienstbetrekking. Ruim een op de zes gesubsidieerde banen werd door een niet-westerse allochtoon bezet. Ze zijn vooral werkzaam in ID- en WIW-banen en werken minder vaak in een WSW-baan.

Veel niet-westerse allochtonen met ID- of WIW-baan

Eind 2002 hadden 31 duizend niet-westerse allochtonen een gesubsidieerde baan. Zij bezetten ongeveer eenderde van het totaal aantal ID- en WIW-banen. Naar verhouding hebben niet-westerse allochtonen vaak een ID- of WIW-baan. In 2002 was hun aandeel in de beroepsbevolking 8 procent.

De ID- en WIW-banen zijn bedoeld voor langdurig werklozen, uitkeringsgerechtigden en werkloze jongeren. Dat niet-westerse allochtonen vaker een ID- of WIW-baan hebben, komt mede doordat zij vaker dan autochtonen tot deze doelgroepen behoren.

Aandeel van de beroepsbevolking met gesubsidieerde baan, eind 2002

Surinamers en Antillianen veel gesubsidieerd werk

Ruim 5 procent van de niet-westerse allochtone beroepsbevolking had in 2002 een gesubsidieerde baan. Dat is ruim twee keer zo vaak als bij autochtonen. Vooral Antillianen/Arubanen en Surinamers hadden vaak gesubsidieerd werk. Ruim 6 procent van de beroepsbevolking met deze herkomst had een gesubsidieerde baan.

Minder uitstroom uit ID naar reguliere arbeid

In 2002 zijn ruim 4 duizend personen uit de ID-regeling vertrokken. Van hen kreeg 38 procent een reguliere baan. De autochtonen waren hierin succesvoller dan de niet-westerse allochtonen. Alleen niet-westerse allochtonen van de tweede generatie deden in dit opzicht niet onder voor de autochtonen. Zij vormden echter slechts een zeer klein deel van de uitstroom.

Uitstroom uit ID-banen naar herkomst, 2002

Doorstroom van WIW naar reguliere arbeid

In 2002 is bij ruim 13 duizend personen een WIW-dienstbetrekking beëindigd. Van hen kreeg 15 procent regulier werk en ging 40 procent naar een andere gesubsidieerde baan.

Uitstroom uit WIW-banen naar herkomst, 2002

De doorstroom van de WIW naar reguliere arbeid is bij niet-westerse allochtonen vrijwel even hoog als bij autochtonen. Niet-westerse allochtonen vertrekken echter vaker vanwege ontslag of aflopen van het contract. Autochtonen gaan vaker naar een andere gesubsidieerde baan.

Robert Selten

Bron: Allochtonen in Nederland 2003