Ruim eenderde woningen van corporaties

Eind 2001 bezitten woningbouwcorporaties 2,35 miljoen woningen. Hiermee is ruim eenderde van de woningen in ons land in bezit van deze sociale verhuurders. Ten opzichte van 2000 is dit aandeel vrijwel gelijk gebleven. In de afgelopen vijf jaar is er echter sprake van een lichte afname van het aandeel.

Aantal woningen van woningbouwcorporaties

Slopen, nieuwbouw en aan- en verkoop

In 2001 hebben woningcorporaties achtduizend woningen gesloopt en twaalfduizend nieuwe woningen gebouwd. Daarmee is hun nieuwbouw in vijf jaar tijd meer dan gehalveerd. Verder hebben ze negentienduizend woningen aangekocht en er zestienduizend verkocht. Van de verkochte woningen zijn er zesduizend verkocht aan de zittende huurders.

Zeer lichte daling aantal woningen

Het aantal woningen in bezit van woningcorporaties is op zijn hoogste punt geweest in 1996. Daarna vindt er een zeer lichte daling plaats. In vijf jaar tijd is dit aantal met één procent gedaald. De nieuwbouw verminderde het sterkst. Sinds 1998 is de verkoop van woningen aan bewoners gedaald. De sloop is daarentegen wat toegenomen.

Verandering woningbezit corporaties

Veel sociale huurwoningen in grote gemeente

Ingedeeld naar waardecategorieën bestaat het woningbezit van woningcorporaties voor ongeveer 36 procent uit goedkope woningen, voor 58 procent uit betaalbare woningen en voor 6 procent uit dure woningen.

Sociale huurwoningen komen relatief veel voor in grote gemeenten. Rotterdam en Amsterdam spannen de kroon met respectievelijk 57 en 56 procent. Verder zitten ook de gemeenten Vlaardingen en Delft boven de 50 procent.

Tussen de provincies zijn er ook behoorlijke verschillen. In Noord- en Zuid-Holland bestaat ongeveer 40 procent van de woningen uit sociale huurwoningen. Zeeland heeft met 25 procent het laagste percentage sociale huurwoningen.

Veranderingen

De grootste mutaties in de woningvoorraad deden zich voor in Flevoland. Daar is ten opzichte van de beginvoorraad 1,2 procent bijgebouwd, 0,9 procent verkocht aan zittende huurders en 1,4 procent verkocht aan anderen. In Groningen is het meest gesloopt, ruim veertien promille van de beginvoorraad.

Eind 2001 stonden 7900 woningen langer dan drie maanden, maar korter dan twaalf maanden leeg. Nog eens ruim 5400 woningen stonden langer dan twaalf maanden leeg. Dit betekent leegstand voor grofweg zes van de duizend huurwoningen.

Max van Herpen