Niet-westerse allochtonen verkleinen achterstand op arbeidsmarkt

De helft van de niet-westerse allochtonen behoorde in 2001 tot de werkzame beroepsbevolking. Onder autochtonen was dat bijna zeven op de tien. Met name Marokkaanse en Turkse vrouwen hebben niet vaak een baan. De afgelopen jaren is de arbeidsdeelname onder niet-westerse allochtonen naar verhouding snel gestegen.

Arbeidsdeelname van 15–64-jarigen naar herkomst

Arbeidsdeelname van 15–64-jarigen naar herkomst

Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen lager

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking dan westerse allochtonen en autochtonen. De helft van de niet-westerse allochtonen had in 2001 werk voor ten minste twaalf uur per week. Binnen deze groep bestaan grote verschillen in de arbeidsdeelname. Ruim vier op de tien Marokkanen heeft een betaalde baan. Onder Surinamers is dit zes op de tien, bijna evenveel als onder westerse allochtonen.

Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen wel sneller gestegen

De afgelopen jaren zijn de verschillen in arbeidsdeelname tussen autochtonen en allochtonen kleiner geworden. Had in 1995 nog 37 procent van de niet-westerse allochtonen een baan voor twaalf uur of meer per week, in 2001 was dat toegenomen tot 50 procent. Bij de autochtonen was de stijging minder groot.

Arbeidsdeelname naar herkomst en geslacht, 2001

Arbeidsdeelname naar herkomst en geslacht, 2001

Relatief weinig Turkse en Marokkaanse vrouwen werken

Ondanks de toegenomen arbeidsdeelname van vrouwen hebben mannen nog altijd vaker een baan. Dit geldt zowel voor autochtonen als voor allochtonen. Onder westerse allochtonen en autochtonen had in 2001 ruim de helft van de vrouwen een baan. Onder niet-westerse allochtonen was dit 40 procent. Met name onder Marokkaanse en Turkse vrouwen is de arbeidsdeelname laag. Surinaamse vrouwen werken daarentegen vaker dan autochtone vrouwen.

Tweede generatie vrouwen presteert beter

De tweede generatie niet-westerse vrouwen doet het veel beter op de arbeidsmarkt dan de eerste. Bijna de helft van de tweede generatie had in 2001 een betaalde baan. Zij doen hiermee niet onder voor hun mannelijke leeftijdgenoten van niet-westerse herkomst.

Arbeidsdeelname naar herkomst en generatie, 2001

Arbeidsdeelname naar herkomst en generatie, 2001

Groot deel tweede generatie nog op school

Een aanzienlijk deel van de tweede generatie allochtonen is jong en nog bezig met school of studie. Zij zijn daardoor nog niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Dit verklaart waarom de arbeidsdeelname van de tweede generatie niet-westerse allochtonen mannen lager is dan die van de eerste generatie.

Mariëlle Reemers

Bron: StatLine