Vijf keer per week op de fiets

In 2001 zijn we in Nederland gemiddeld ruim vijf keer per week op de fiets gestapt. Toch zijn er behoorlijke verschillen in fietsgebruik per gemeente; niet alle inwoners fietsen even vaak.

Verplaatsingen met de fiets, 2001

Verschillend gebruik: studentensteden en Zuid-Limburg

In gemeenten met het hoogste fietsgebruik verplaatsen inwoners zich wekelijks acht tot tien keer met de fiets.

Tot deze gemeenten behoren de studentensteden (Groningen, Wageningen, Leiden en Kampen, plus het aangrenzende Oldebroek en Zwolle) maar ook de gemeenten Houten en Vlissingen.

Zuid-Limburgers gebruiken de fiets met minder dan vier verplaatsingen per week minder dan gemiddeld. Ook Rotterdammers en de bewoners van Almere gebruiken de fiets weinig. Vermoedelijk vormt het openbaar vervoer in deze twee steden een alternatief.

Veel ov-gebruik in dichtbevolkte gebieden

Het landelijk gemiddeld openbaarvervoergebruik ligt in 2001 op één verplaatsing per week. Vooral de inwoners van de grote steden en de omgeving van die steden hebben het openbaar vervoer meer dan gemiddeld gebruikt. In die gebieden is er sprake van een groot openbaarvervoeraanbod door een relatief dicht netwerk van trein-, tram, bus- of metroverbindingen.

Verplaatsingen openbaar vervoer, 2001

Verplaatsingen openbaar vervoer, 2001

Veel ov-gebruik komt vooral voor bij inwoners van Amsterdam en omgeving (Diemen, Amstelveen, Almere) maar ook in het noordelijker gelegen Purmerend. Ook reizigers woonachtig in Rotterdam, Den Haag, Rijswijk, Delft, Capelle aan de IJssel, Utrecht en Arnhem reizen wekelijks gemiddeld meer dan anderhalve keer met het openbaar vervoer.

Inwoners van relatief dunbevolkte gebieden – Zeeuws-Vlaanderen, het zuiden van Oost Brabant, Noord Limburg, de Achterhoek en het noordoosten van ons land – zijn zelden in het openbaar vervoer te vinden. In deze regio’s is het aanbod van het openbaar vervoer beperkt.

Hermine Molnár

Bron: StatLine