Minder banengroei in Groot-Amsterdam

In alle provincies nam het aantal banen in 2001 minder snel toe dan in 2000. Limburg en Noord-Holland deden het slechter dan gemiddeld. Bij de laatstgenoemde kwam dit vooral door de terugval van de banengroei in Groot-Amsterdam.
Tempo banengroei neemt af
In 2001 hadden werknemers in Nederland ruim 7 miljoen banen. De totale banengroei bedroeg 2,1 procent. In 2000 was dit nog 2,9 procent. De arbeidsmarkt reageerde hiermee op de sterk teruggevallen economische groei.
In alle provincies minder banengroei
Voor alle provincies geldt dat het aantal banen in 2001 groeide, maar minder sterk dan in 2000. De groei was het grootst in Flevoland, waar het aantal banen met 5 procent toenam. Opvallend is het verschil tussen de economisch belangrijke provincies Zuid-Holland en Noord-Holland. In Zuid-Holland is de banengroei hoger dan gemiddeld, in Noord-Holland juist lager.
Banengroei per provincie, 2001
Grote Coropgebieden: veel commerciële dienstverlening
De regio’s met de meeste banen zijn Groot-Amsterdam, Utrecht, Groot-Rijnmond (met Rotterdam), en de Agglomeratie ’s-Gravenhage. In de drie eerstgenoemde Corop--gebieden bevindt meer dan de helft van de banen zich in de commerciële dienstverlening. Dit zijn met name banen in de handel en in de zakelijke dienstverlening. De Agglomeratie ’s-Gravenhage wijkt af met relatief veel banen in de niet-commerciële dienstverlening. Dit komt doordat er veel banen in het openbaar bestuur zijn.
Verdeling banen in de vier grote Corop-gebieden, 2001
In Groot-Amsterdam terugval in banengroei
De geringe banengroei in Noord-Holland komt vooral door de terugval in Groot-Amsterdam. In deze regio nam het aantal banen in de commerciële dienstverlening met maar tweeduizend toe, ten opzichte van negentienduizend in 2000. Dit werd enigszins gecompenseerd door een banengroei van achtduizend in de niet-commerciële dienstverlening. Meer dan de helft hiervan waren banen in de gezondheids- en welzijnszorg. In totaal nam het aantal banen in Groot-Amsterdam in 2001 met negenduizend toe. In 2000 groeide het aantal banen nog met 25 duizend.
Mutatie aantal banen in de vier grote Corop-gebieden, 2001
Groei vooral bij gezondheids- en welzijnszorg
De banengroei in Utrecht bedroeg in 2001 bijna dertienduizend banen. Het waren voor eenderde banen in de gezondheids- en welzijnszorg en in het onderwijs, en voor een kwart banen in de zakelijke dienstverlening. In Groot-Rijnmond kwamen er twaalfduizend banen bij, waarvan ook bijna eenderde in de gezondheids- en welzijnszorg. In de Agglomeratie ’s-Gravenhage ontstonden per saldo ruim achtduizend banen.
Gerda Gringhuis en Michiel Heerschop
Bron: StatLine