Kwart van de niet-westerse allochtonen heeft uitkering

Eind 2000 had bijna een kwart van de niet-westerse allochtonen van 15-64 jaar een uitkering . Dat is twee keer zoveel als onder autochtonen; van hen had 12 procent een uitkering. Niet-westerse allochtonen hadden vooral vaker een bijstandsuitkering.

Vaak uitkering voor Turken en Marokkanen

Van de niet-westerse allochtonen hebben Turken en Marokkanen het vaakst een uitkering. Van de Turken ontving 29 procent eind 2000 een uitkering. Bij de Marokkanen was dat 28 procent. Maar ook onder Antillianen, Arubanen en Surinamers is het aandeel met een uitkering aanzienlijk hoger dan onder autochtonen. Bij de Antillianen en Arubanen waren er 23 procent uitkeringsontvangers en bij Surinamers 21 procent.

Aandeel uitkeringsontvangers per herkomstgroepering, eind 2000

Niet-westerse allochtonen vooral in de bijstand

Niet-westerse allochtonen doen vooral vaker een beroep op de bijstand. Eind 2000 had 14 procent van hen een bijstandsuitkering. Van de autochtonen had slechts 2 procent zo’n uitkering.

De verschillen zijn het grootst bij de ouderen. Van de 55-64-jarige autochtonen had 3 procent een bijstandsuitkering. Van de oudere niet-westerse allochtonen zat daarentegen bijna 30 procent in de bijstand.

Aandeel uitkeringsontvangers per herkomstgroepering naar soort uitkering, eind 2000

Zes van de tien oudere Turkse mannen arbeidsongeschikt

Autochtonen hebben iets vaker een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Van de autochtonen was 9 procent arbeidsongeschikt, tegen 8 procent van de niet-westerse allochtonen.

Ouderen zijn naar verhouding vaker arbeidsongeschikt. Het aandeel oudere Turkse en Marokkaanse mannen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering lag met respectievelijk 61 en 46 procent aanzienlijk hoger dan gemiddeld. Onder autochtone mannen van 55-64 jaar was het 27 procent.

Minder uitkeringsontvangers onder tweede generatie

Onder de tweede generatie niet-westerse allochtonen bevinden zich aanzienlijk minder uitkeringsontvangers dan onder de eerste generatie. Van de tweede generatie had 8 procent eind 2000 een uitkering, tegen 27 procent van de eerste generatie. Dit verschil is grotendeels toe te schrijven aan de gemiddeld jonge leeftijd van deze groep. Zo is 93 procent van de tweede generatie tussen de 15 en 34 jaar. Bij de eerste generatie niet-westers allochtonen zit de helft in deze leeftijdsgroep.

Aandeel uitkeringsontvangers per herkomstgroepering en generatie, eind 2000

Annelies Boerdam

Bron: StatLine