Waarom voelt die inflatie zo hoog?

In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers in deze publicatie niet correct.
Het persbericht van 9 september 2003 bevat de gecorrigeerde cijfers voor de reeks voor alle huishoudens en voor de geharmoniseerde consumentenprijsindex.

De inflatie is in mei gedaald van 3,6 naar 3,3 procent. Sinds december is de inflatie met 1,1 procentpunt teruggelopen. Veel consumenten klagen toch over sterk gestegen prijzen sinds januari. Niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in Duitsland is de nodige discussie over de door de consumenten als zeer hoog ervaren inflatie. Op 6 mei publiceerde het CBS al een vergelijking tussen de door de consument ervaren inflatie en de in de consumentenprijsindex gemeten inflatie. Dit artikel probeert een verklaring te vinden voor de verschillen tussen de gevoelsinflatie van de consument en de via prijswaarneming gemeten inflatie.

De inflatie is in de afgelopen maanden weliswaar teruggelopen, maar de inflatie ligt sinds december nog steeds duidelijk hoger dan in de afgelopen 10 jaar, met uitzondering van 2001. Immers in 2001 zijn de prijzen het meest gestegen sinds 1982, mede door een aantal belastingmaatregelen. De samenstelling van de inflatie is in de afgelopen jaren zeer verschillend geweest. Recentelijk is vooral een aantal producten sterk in prijs gestegen die de consument bijna letterlijk uit eigen zak betaalt en bovendien vaak aanschaft (bijvoorbeeld eten en drinken, bloemen, horeca, kleding e.d.). Daarentegen is de prijs van een aantal producten (huur, energie, benzine, auto's, treinkaartjes) veel minder sterk gestegen dan een jaar geleden of zelfs gedaald. Omdat die categorie vooral producten betreft, waar de consument veel geld aan uitgeeft, wegen die lagere prijsstijgingen zwaar mee bij de berekening van het totale, gemiddelde inflatiecijfer. De consument ervaart echter vooral dat de dagelijkse boodschappen flink duurder geworden zijn en overschat daarom misschien de werkelijke inflatie.

De inflatie is hoog

Allereerst moet worden gezegd dat het totale inflatiecijfer voor Nederland nog steeds hoog is. In 2001 was de inflatie gemiddeld 4,5 procent en daarmee de hoogste sinds 1982. De inflatie is op dit moment weliswaar lager dan in 2001 en in mei gezakt naar 3,3 procent, maar in de jaren 1993 tot en met 2000 is een zo hoge inflatie niet voorgekomen.

Dalende inflatie en stijgende prijzen gaan samen

De inflatie is tussen december en mei gedaald, maar de prijzen zijn nog wel gestegen. De prijsstijging tussen december 2001 en mei 2002 bedraagt 3,2 procent. Dat is weliswaar minder dan tussen december 2000 en mei 2001, maar duidelijk hoger dan in de voorgaande vier jaren.

Prijsstijgingen in vijf maanden

Inflatie is gemiddelde van diverse ontwikkelingen

Het officiële inflatiecijfer meet de prijsontwikkeling van het volledige pakket goederen en diensten, waaraan de consument zijn geld besteedt. De prijsontwikkeling van verschillende delen van dat pakket is in de afgelopen jaren zeer verschillend geweest en wordt door de consument misschien ook verschillend ervaren. Hieronder is het volledige pakket onderverdeeld in vijf groepen en worden per groep de prijsstijgingen op jaarbasis geanalyseerd.

Energie

De prijzen van energieproducten fluctueren sterk. In de loop van 2000 steeg de bijdrage aan de inflatie tot grote hoogte. Sinds begin 2001 is de prijsstijging op jaarbasis echter sterk teruggelopen. In de eerste maanden van 2002 wordt het totale inflatiecijfer zelfs gedrukt doordat autobrandstoffen rond 5 procent minder duur zijn dan begin 2001. De consument wordt niet dagelijks geconfronteerd met de energietarieven, en de "winst" van de goedkopere benzine wordt kennelijk nauwelijks meegewogen in het oordeel van de consument over de inflatie.

Algemene inflatie en prijsstijging energie

Huisvesting

De uitgaven aan huisvesting en belastingen in verband met de woning maken ruim een kwart uit van het totale consumptiepakket. In het algemeen worden de fluctuaties van het inflatiecijfer gedempt door de prijsstijgingen van de huisvestingskosten. De prijsontwikkeling in dit deel van het consumptiepakket is namelijk zeer gelijkmatig. Bovendien vertoont de prijsontwikkeling van de huisvesting een licht dalende tendens. Tot medio 2000 lag de prijsontwikkeling van de huisvesting boven de gemiddelde inflatie en trok dit deel van de uitgaven het inflatiecijfer omhoog. Nu andere artikelen veel sneller in prijs stijgen, heeft de huisvesting een drukkend effect op het totale inflatiecijfer. Ook bij deze uitgaven wordt de consument niet dagelijks met het prijskaartje geconfronteerd.

Algemene inflatie en prijsstijging wonen

Voedingsmiddelen, dranken, tabak en horeca

De aankoop van voedingsmiddelen, dranken en tabak en ook uitgaven in de horeca worden in het algemeen wel direct uit de portemonnee betaald. De consument ziet ook bijna dagelijks of wekelijks wat hij betaalt. Deze artikelen zijn in de afgelopen anderhalf jaar juist zeer sterk in prijs gestegen en dat is tamelijk uitzonderlijk. Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken hebben door de jaren heen vaak een prijsontwikkeling beneden het algemene niveau van de inflatie gekend. Nu deze prijzen zo sterk gestegen zijn valt dat de consument des te meer op. Bovendien heeft hij hier soms dagelijks last van.

Algemene inflatie en prijsstijging eten en drinken

Arbeidsintensieve diensten

De prijzen van een aantal arbeidsintensieve diensten onder andere op het gebied van reparatie en onderhoud, zijn in de afgelopen jaren sterk gestegen. In 1999 en 2000 was de prijsstijging gemiddeld nog rond 4 procent per jaar. Vanaf begin 2001 is de prijsstijging per jaar van deze diensten duidelijk omhoog gegaan. In 2002 ligt de prijsstijging zelfs rond de 7 procent. Een daling van de inflatie heeft zich voor deze artikelen nog niet voorgedaan. Het is een opvallende groep wat betreft de prijsontwikkeling, maar het aandeel in het totale consumptiepakket is tamelijk beperkt, namelijk rond 5 procent van de totale uitgaven. De invloed op het totale inflatiecijfer is daardoor ook niet zo groot, maar wederom geldt dat de consument dit misschien anders ervaart.

Algemene inflatie en prijsstijging arbeidsintensieve diensten

Overige artikelen

De groep overige artikelen bevat een groot aantal verschillende soorten goederen en diensten. Van een aantal valt de prijsontwikkeling de consument misschien meer op dan van andere. Gedurende het jaar 2000 lag de prijsstijging voor deze groep op een zeer laag niveau, mede door de afschaffing van de omroepbijdrage. Begin 2001 loopt de prijsstijging op naar een duidelijk hoger niveau. Ook in het begin van 2002 is de prijsstijging van deze artikelen op een hoger niveau gebleven dan in eerdere jaren. Sommige artikelen zijn begin 2002 zelfs duidelijk meer in prijs gestegen dan begin 2001. Dat geldt met name voor kleding en schoeisel.

Algemene inflatie en prijsstijging ‘overige artikelen’

De opbouw van de inflatie wordt samengevat in de laatste grafiek. Met name in de laatste drie groepen is de bijdrage aan de hoge inflatie in 2001 en 2002 duidelijk.

Opbouw van de inflatie

Jan Walschots