Ledental vakcentrales stabiel

Op 1 januari 2002 waren bijna 1,8 miljoen mensen via hun vakbond aangesloten bij de drie vakcentrales FNV, CNV en MHP. Deze drie vakcentrales verloren in 2001 ruim achtduizend leden. De FNV boekte ledenwinst, het CNV en de Vakcentrale MHP raakten leden kwijt. Winst en verlies wordt mede veroorzaakt door veranderingen in aansluiting van vakbonden bij deze vakcentrales.

Ledenaantallen vakcentrales, 1 januari 2002

AbvaKabo groeit licht

De FNV boekte in 2001 een ledenwinst van ruim drieduizend. Daarmee komt de grootste Nederlandse vakcentrale op 1,2 miljoen leden. De toename is voornamelijk een gevolg van de toetreding van de Marechausseevereniging tot de Algemene Federatie van Militair Personeel. Hierdoor kreeg deze FNV-vakvereniging er bijna zesduizend leden bij. Van de overige bonden groeide de AbvaKabo met 3,5 duizend leden tot 362 duizend. De bonden FNV Bouw en FNV Bondgenoten verloren elk 2,5 duizend leden en kwamen uit op respectievelijk 155 en 486 duizend leden.

CNV anders geteld

Het ledental van het CNV daalde met drieduizend leden tot 351 duizend. Deze daling is voornamelijk het gevolg van de nieuwe telmethode van het CNV, waarbij alleen leden geteld worden die contributie betalen. Hierdoor komt het ledental van de CNV Kunstenbond bijna drieduizend lager uit. Voor de andere CNV-bonden heeft de nieuwe telmethode nauwelijks invloed. De Hout- en Bouwbond CNV behaalde met duizend leden de grootste winst.

MHP negenduizend leden minder

De kleinste vakcentrale MHP verloor bijna negenduizend leden en komt daarmee op 206 duizend leden. De Vakcentrale MHP wordt gevormd door twee overkoepelende organisaties en twee kleine bonden. De twee bonden veranderden nauwelijks van ledental. De overkoepelende organisatie UOV kende een ledenverlies van ruim tienduizend. Het ledenverlies komt door het uittreden van de vakbond NU’91. De andere overkoepelende organisatie, de CMHF, groeide met 1,5 duizend leden.

Jo van Cruchten en Rob Kuijpers

Bron: StatLine