Een op de twaalf woningen aangepast

Van het totale woningbestand van 6,5 miljoen zijn ongeveer een half miljoen woningen aangepast voor gehandicapten of ouderen. Tot deze aangepaste woningen behoren ruim 200 duizend ouderenwoningen. Daarnaast zijn er ook nog eens ruim 200 duizend ouderenwoningen zonder speciale aanpassingen.

Aantal woningen met aanpassingen, 2000

Ingrijpende aanpassingen: vooral eengezinswoningen

In het merendeel van de aangepaste woningen zijn kleinere voorzieningen aangebracht: aangepaste drempels, elektrische deuropeners, beugels. Deze woningen worden vooral bewoond door ouderen.

In een kwart van de aangepaste woningen - vooral in eengezinswoningen en minder in ouderenwoningen en flats - zijn ingrijpende voorzieningen getroffen: een hellingbaan naar de voordeur, verbrede deuren, trapliften, aangepaste keuken of badkamer. Deze ingrijpende aanpassingen zijn voor het merendeel aangebracht in woningen waarvan de hoofdbewoner jonger is dan 65 jaar.

Status ouderenwoningen, 2000

Kwart ouderenwoningen bij verzorgingstehuis

Ongeveer 440 duizend woningen zijn speciaal bedoeld voor ouderen. Naast de bovengenoemde aanpassingen die in ongeveer de helft van alle ouderenwoningen zijn aangebracht, zijn er vaak ook nog andere voorzieningen beschikbaar. Hierdoor kunnen de oudere bewoners zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen.

Een kwart van de ouderenwoningen ligt bij een bejaarden- of verzorgingshuis of bij een dienstencentrum. De bewoners hebben in de meeste gevallen de mogelijkheid om gebruik te maken van diensten of voorzieningen vanuit deze instellingen. Bij de overige ouderenwoningen worden deze vormen van zorg niet aangeboden.

Verder ligt ruim dertig procent van de ouderenwoningen in een gebouw met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een entree en binnengelegen trappen en gangen. De overige ouderenwoningen staan op zichzelf of liggen met een aantal bij elkaar in een rij of een hofje.

Gusta van Gessel-Dabekaussen

Bron: Jaarboek Wonen 2002 (verschijnt deze week) en WBO 2000. CBS/VROM