Gezinsgrootte: zo moeder, zo dochter

Er is een duidelijke samenhang tussen het kindertal van dochters en moeders. Heeft de moeder relatief veel kinderen dan krijgt de dochter die eveneens. Als het ouderlijk gezin relatief weinig kinderen telt, worden een generatie later bij de dochter naar verhouding ook minder kinderen geboren.

Dit blijkt uit een nadere analyse van de gezinsgrootte van vrouwen die tussen 1940 en 1970 geboren zijn. Voor geboortejaar 1960 bijvoorbeeld geldt dat het ouderlijk gezin van kinderloze dochters ongeveer één kind kleiner was (gemiddeld 2,6 kinderen), dan dat van dochters met vier of meer kinderen (gemiddeld 3,5 kinderen).

Relatie kindertal moeder en kindertal dochter

0916g1.gif (5547 bytes)

Opleiding, kerk en leeftijd

De uiteindelijke omvang van gezinnen hangt niet alleen af van het gezin waarin de moeder is opgegroeid. Opleidingsniveau en kerkelijke gezindte zijn ook van belang: hoe lager het opleidingsniveau en hoe sterker de geloofsovertuiging, des te groter het kindertal.

Tot slot speelt de leeftijd waarop een vrouw voor het eerst moeder wordt een rol: vrouwen met uiteindelijk één kind krijgen hun eerste kind zo’n 2,5 à 3 jaar later dan vrouwen met uiteindelijk twee of meer kinderen. Sinds de jaren zeventig is de leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen voortdurend gestegen. Vrouwen zijn nu gemiddeld 29 als hun eerste kind wordt geboren. Die relatief hoge leeftijd is onder meer een gevolg van het feit dat ze vaker en langer dan voorheen een studie volgen, waarna ze ook nog enkele jaren gaan werken.

Andries de Jong

Bron: StatLine