Aandeel koopwoningen neemt toe

In Nederland staan momenteel ongeveer 6,6 miljoen woningen. Koopwoningen vormen daarvan zo’n 52%. Dit aandeel neemt jaarlijks toe, onder meer doordat onder de nieuw gereedgekomen woningen steeds meer koopwoningen zijn.

In 2000 zijn er tot en met het derde kwartaal ruim 40 000 woningen bijgekomen. Hiervan was bijna 80% een koopwoning. Het jaar ervoor werden in dezelfde periode 46 000 huizen opgeleverd, waarvan 77% een koopwoning was. Een eigen woning blijkt de laatste jaren dus sterk favoriet.

Samenhang met leeftijd en inkomen

Hoe hoger het inkomen, hoe groter het aandeel koopwoningen. Voor jongeren beneden de 30 jaar is een eigen woning niet zo makkelijk bereikbaar. Naar verhouding hebben zij immers vaak een wat lager inkomen. Huishoudens waarvan de kostwinner tussen 35 en 54 jaar is, hebben het meest een koopwoning, oudere huishoudens het minst.

Bewoonde woningen naar leeftijd hoofd huishouden

0738g1.gif (6043 bytes)

Vooral doorstromers verhuizen naar koopwoning

Vier van de vijf huishoudens die in de periode 1995-1999 naar een koopwoning zijn verhuisd, zijn doorstromers. Eén van de vijf is starter. Doorstromers zijn over het algemeen wat ouder dan starters, hebben een groter huishouden en beschikken over meer inkomen.

Van de anderhalf miljoen doorstromers in deze periode kocht ruim de helft een huis. Een kwart ging van een huurhuis naar een koopwoning en 27% van een koopwoning naar een andere koopwoning.

Van de starters op de huizenmarkt kocht 31% een huis. Vaak zijn dit jonge tweeverdieners.

André Mares

Bron: CBS; Jaarboek Wonen 2001 (verschijnt eind april)