Naturalisatie populair in jaren negentig

In 1999 verkregen 62 000 niet-Nederlanders de Nederlandse nationaliteit. Dat is 9% van het aantal niet-Nederlanders. In het eerste halfjaar van 2000 was het aantal wijzigingen van nationaliteit ruim 3 000 lager dan in de eerste zes maanden van 1999. Als deze ontwikkeling over de tweede helft van dit jaar voortzet, zal het totale aantal naturalisaties dit jaar uitkomen op circa 60 000.

Vorig jaar lieten ruim 14 000 Marokkanen zich tot Nederlander naturaliseren, bijna 3 000 meer dan in 1998. Daarentegen daalde het aantal Turken dat op deze manier het Nederlanderschap verkreeg zeer sterk, van 13 000 in 1998 tot 5 000 in 1999. Verder werden in 1999 onder andere 8 000 (voormalig) Joegoslaven, 4 000 Irakezen, 3 000 Surinamers en 2 500 Iraniërs genaturaliseerd.

Naturalisaties
0632g1.gif (6972 bytes)

Tot 1990 kregen – op een enkele uitzondering na – hoogstens 20 000 niet-Nederlanders per jaar de Nederlandse nationaliteit. Daarna nam het aantal wijzigingen van nationaliteit snel toe. In 1996 verkregen 83 000 niet-Nederlanders het Nederlanderschap, ruim 11% van het toenmalige aantal niet-Nederlanders in Nederland.

Dit komt voor een deel omdat niet-Nederlanders bij naturalisatie tot Nederlander tussen 1 januari 1992 en 1 oktober 1997 konden kiezen voor het behoud van de oorspronkelijke nationaliteit. Maar ook de jaarlijkse toename van het aantal niet-Nederlanders in Nederland door immigratie (waaronder gezinshereniging en asielverlening) is van invloed op de omvang van het aantal wijzigingen van nationaliteit.

Ron Tas