Naar 8 miljoen huishoudens
Tussen 1998 en 2035 zal het aantal huishoudens toenemen van 6,6 naar 8,3 miljoen. Hierna zal een lichte daling optreden. Daardoor zal het aantal huishoudens in 2050 op 8,2 miljoen uitkomen.
De groei van het aantal huishoudens in de komende vijftig jaar komt vrijwel geheel voor rekening van eenpersoonshuishoudens. Op dit moment zijn er iets meer huishoudens met twee personen dan met één persoon. Rond 2050 zullen er volgens de huishoudensprognose 1998 bijna twee keer zoveel eenpersoons- als tweepersoonshuishoudens zijn.
Aantal huishoudens
Het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt tussen 1998 en 2050 van 2,2 naar 3,6 miljoen. Het aantal huishoudens dat uit twee personen bestaat zal de komende vijf decennia amper veranderen. Dit aantal beweegt tussen de 2,1 en 2,4 miljoen.
Ook bij huishoudens met drie of meer personen is de trend in de komende 50 jaar stabiel. Er zijn ongeveer 1 miljoen huishoudens met drie personen en 1,4 miljoen grotere huishoudens.
Huishoudens naar grootte
De toename van het aantal eenpersoonshuishouden in de komende vijftig jaar is voor de helft toe te schrijven aan veranderingen in omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking. Zo zal als gevolg van de vergrijzing het aantal alleenstaanden van 75 jaar en ouder in de eerste helft van deze eeuw meer dan verdubbelen van rond 400 000 naar ruim 900 000.
De andere helft van de toename komt door gedragsveranderingen. Zo gaan jongeren, als ze uit huis gaan, vaker eerst alleen wonen. Verder zullen meer relaties van ongehuwd samenwonenden worden ontbonden.
Andries de Jong
Bron: Maandstatistiek van de bevolking, juli 2000