Minder geblaat op boerderij

Op steeds minder boederijen klinkt het geblaat van schapen. Deze trend begon in 1992 en lijkt niet te stuiten. In het voorjaar van 1992 liepen er bijna 2 miljoen schapen rond op land- en tuinbouwbedrijven. In april 2000 waren er nog 1,3 miljoen.

Schapen op de boerderij

0597g1.gif (5771 bytes)

In een tijdsbestek van acht jaar is dus eenderde van de nationale schapenstapel van de landbouwbedrijven verdwenen. Een lagere ooipremie, de mestwetgeving, de slechte wolprijs en matige prijzen voor het schapenvlees lijken debet te zijn aan deze ontwikkeling.

Direct na de invoering van de superheffing in 1983 nam het aantal landbouwbedrijven met schapen spectaculair toe. Duizenden boeren namen er schapen bij. Het aantal bedrijven met 50 schapen of meer steeg zelfs in enkele jaren van ruim 4 000 naar bijna 12 000.

Veel bedrijven hebben echter maar kort schapen op de boerderij gehad. Sinds 1992 hebben zeker 8 000 landbouwbedrijven de schapen weer van de hand gedaan.

Nu zijn nog op ongeveer 18% van de agrarische bedrijven schapen te vinden. In Friesland is de kans daarop het grootst. Ruim 35% van de Friese boeren houden nog schapen. In de Flevopolder daarentegen is de schapendichtheid het geringst. Hier heeft slechts 6% van de landbouwbedrijven schapen.

Cor Pierik