Het Groene Hart, Nederland in het klein

Het Groene Hart van Holland is een goede afspiegeling van de landbouw in ons land. In het gebied, waaromheen de Randstad lijkt gedrapeerd, komen veel vormen van landbouw voor, vaak in dezelfde verhouding als in de totale Nederlandse landbouw. In 44 gemeenten die volledig of bijna volledig in het Groene Hart zijn gelegen, zijn 6450 boeren en tuinders actief. Het landbouwgebied omvat 5% van de cultuurgrond en 6% van de agrarische bedrijven van ons land.

In het Groene Hart is net als in de rest van het land veel grasland in gebruik, bestemd voor de voedering van koeien, paarden, pony's, schapen en geiten. Er lopen naar verhouding veel schapen (150 000 stuks). Toch staat het gebied niet bekend om de schapen.

De maïsteelt is in de weidegebieden erg in opkomst. Bij de teelt op de slappe veengrond bestaat een risico dat de grond tijdens de oogst te nat is voor de zware machines. De intensieve veehouderij - een industriële vorm van veeteelt, gekenmerkt door een hoge veebezetting onafhankelijk van het grondgebruik - komt veel minder voor. Varkens, kippen en vleeskalveren zijn met name in Noord- en Zuid-Holland veel minder te vinden dan in Nederland als geheel.

Landbouw in het Groene Hart

Landbouw in het Groene Hart

Vruchtbomen en akkerbouw verdwijnen

Tussen de grote steden van ons land is veel tuinbouw. Glastuinbouw met snijbloemen, potplanten en groenten vinden we vooral in het westen van het Groene Hart. Sierteelt komt voor in Boskoop en omgeving. In westelijk Rijnland (Ter Aar, Alkemade, Liemeer) is veel bloemkwekerij in de open grond. Men moet daarbij denken aan perkplanten en de teelt van siergroen voor kersttakken, forsythia’s en dergelijke. In het oostelijk deel van het Groene Hart zijn boomgaarden. Veel vruchtbomen worden daar echter gerooid ten gunste van niet-agrarische bestemmingen.

Ook de akkerbouw is vertegenwoordigd. In de Zuid-Hollandse droogmakerijen worden aardappelen, bieten en granen verbouwd. De oppervlakte is veel kleiner dan in de grote akkerbouwstreken van ons land en door de aanleg van bos (Bentwoud) zullen de akkers voor een deel verdwijnen.

Toch is er nog bijna 10 000 ha akkergrond in het Groene Hart. Akkerbouw komt vaak in combinatie voor met groenteteelt in de open grond, zoals de teelt van spruitjes. Dat is een typisch Zuid-Hollandse groente.

Folkert van der Werf